Omdat ik meestal op de Kamperhoek te vinden ben in maart mis ik nog een paar redelijk eenvoudige soorten op de maandlijst. Vandaag staat in het teken van opvullen van de lege plekken. Doelsoorten voor vandaag waren: GroteGeelpootruiter, Zwarte Rotgans, Kuifaalscholver, Kleine Rietgans, Velduil, IJseend, Groenpootruiter, Kanoet, Huiskraai, Grote Stern, Buffelkopeend en Roodhalsfuut. Volgens waarneming.nl zijn deze soorten gisteren nog waargenomen.
Voor degene die het nog niet weten wat de maandlijst inhoud volgt hier een korte uitleg. Het gaat erom zoveel mogelijk soorten (binnen Nederland) op alle maanden van het jaar te scoren. Het is echt een lijstjes bezigheid maar het dwingt je ook om in alle maanden toch in het veld te zijn. Ook voor de soorten die je toch al hebt op je levenslijst. Wij combineren het meestal met bezoeken aan gebieden. Voor een compleet overzicht van mijn persoonlijke eeuwige maandlijst.
Om het genoemde lijstje compleet te krijgen vandaag starten we in de provincie Zeeland met de Grote Geelpootruiter. Om 6 uur in de ochtend haal ik Jan Verhoeven en Thijs Fijen op. We rijden naar Made waar we Alwin oppikken. Onderweg stoppen we voor koffie en de route word nog even doorgesproken. Iets voor achten staan we in Colijnsplaat waar we vrijwel meteen de Grote Geelpootruiter zien. We blijven hier ongeveer een kwartier maar er zit verder niet veel bijzonders. We rijden verder naar de plek waar we een paar weken geleden 2 Velduilen ontdekten. Dit is net ten westen van Colijnsplaat en na 5 minuten staan we op de dijk. De Velduilen zijn nergens te bekennen maar we zien hier wel een vrouwtje Bruine Kiekendief. Volgende stop is de Middelplaten bij het Veerse Meer. Doelsoorten zijn Zwarte Rotgans, Groenpootruiter en Kanoet. De Groenpootruiter en Kanoet worden snel gevonden en beide soorten heb ik nu in alle maanden. Er zitten bijna geen Rotganzen meer en de Zwarte Rotgans vinden we dus niet.
Al vogelend rijden we naar Westkapelle. Het vaste groepje van 3 Sneeuwgorzen die hier al heel de winter zitten is aangevuld met 2 nieuwe Sneeuwgorzen. Ook de Witbuikrotganzen zijn nog aanwezig en we tellen 20 vogels. We turen nog een tijdje over zee maar er vliegt niets. t’Vroon word geïnspecteerd maar ook hier zit niet veel. Via de Veerse Dam rijden we naar Neeltje Jans waar we 2 Kuifaalscholvers kunnen noteren. In de buitenhaven zat gisteren een Roodhalsfuut en na wat zoeken vinden we deze ook. We hebben nog een kans op de Velduil bij de Stolpweg maar na lang zoeken konden we ook hier geen Velduil bijschrijven. Volgende stop is de Brouwersdam waar het al drukker word met toeristen. Er zitten een aantal Roodkeelduikers en we vinden maar 1 Kuifduiker. Gisteren zijn hier nog IJseenden gemeld en na lang zoeken vinden we 5 exemplaren. De Grote Stern kunnen we hier niet vinden dus we inspecteren tevergeefs ook de binnenzijde van de Brouwersdam.
De rit gaat verder naar de Prunjepolder waar een Taigarietgans, met een gebroken vleugel, gemeld is. De vogel word snel gevonden en ik ontdek een niet verwachte Kleine Rietgans. Naast de gebruikelijke soorten levert de Prunjepolder niet veel op. We overleggen even en besluiten naar Hoek van Holland te rijden voor de Huiskraaien. De passagiers doen de oogjes dicht tijdens de rit die niet al te lang duurt. We vinden in de haven 12 Huiskraaien en er worden foto’s gemaakt. Het is volgens mij één van de eerste keren dat we hier zonder regen zijn. We rijden verder naar de Buffelkopeend en deze word snel gevonden. Om toch nog een nieuwe jaarsoort op de lijst te kunnen zetten rijden we naar de Brabantse Biesbos voor een Cetti’s Zanger. Tijdens de rit kan Alwin 2 nieuwe jaarsoorten op zijn lijst bijschrijven: een Witgatje en een Baardmannetje. Ik had deze soorten al. De Cetti’s Zanger werd ondanks en goede wandeling en zorgvuldig zoeken niet gevonden.
Het was tijd om naar huis te gaan en de daglijst werd opgemaakt. We hadden 102 soorten vandaag waarvan er 9 tellen voor de maandlijst.