Zaterdag ochtend begonnen we om 7 uur te tellen op de Kamperhoek. Jan Verhoeven, Thijs Fijen, Alwin Borhem, Christian Brinkman en ikzelf stonden in een dikke mist met zicht minder dan 100 meter. Om 10 uur besloten we om via de Trinteldijk naar Noord-Holland te rijden.
Na ongeveer een uur rijden kwamen we aan bij de Zuiderdijkweg. Hier reden we al vogelend richting Waterpark de Oude Zeug. Van mist was aan deze kant van het IJsselmeer niets te bespeuren en hier scheen de zon. Bij de Oude Zeug werd een Zwarte Roodstaart gezien en een eindje verder op het terrein vonden we nog 2 exemplaren. In de haven zaten nog een paar Grote Zaagbekken, Nonnetjes en Toppers. Verder was hier niet veel te zien. We reden verder naar de Wielen en deze zaten vol met Kuifeenden waartussen wat Toppers zaten. De Toppers waren volop aan het baltsen. De Dijksgatweide werd geïnspecteerd maar verder dan de normaal aanwezige Eenden en een paar Bonte Strandlopers kwamen we niet. Een korte wandeling in het Sluitgatbos leverde een paar Staartmezen op maar verder was het hier ook erg stil.
We reden verder naar Den Oever, in de haven zaten een paar Middelste Zaagbekken. Een wandeling op de pier leverde een paar Kepen op. Een aanwezige vogelaar informeert ons van een groep Rouwkwikstaarten in het Mariëndal. In de polder nabij Stroe word er naar Rotganzen gezocht. Omdat er hier geen Ganzen te bekennen waren reden we verder naar Westerland. Bij het binnenrijden van het gebied zien we nog net een grote groep Rotganzen wegvliegen. De aanwezige Luuk Punt bevestigde ons dat hier 2 Zwarte Rotganzen tussen zaten. We wisselen nog wat informatie uit en ook Luuk en zijn gezelschap zetten koers naar het Mariëndal. Helaas waren de Rouwkwikstaarten niet meer aanwezig maar Luuk Punt vind wel een Bokje wat door ons was aangegeven. We rijden verder naar Callantsoog waar Alwin gisteren een groep Rouwkwikstaarten had. De groep was gelukkig nog aanwezig en we telden 6 Rouwkwikken. Dit is een nieuwe jaarsoort en de lijst is hiermee gegroeid tot 184 soorten. Er kon ook nog een bewijsplaat gemaakt worden.
We reden verder naar Petten op zoek naar de Dwergganzen. Bij aankomst zaten er geen Ganzen in de polder dus besloten we een uurtje over zee te kijken. Er was lichte trek van zeevogels en het meest opvallende waren groepen Bonte Strandlopers die regelmatig voorbij kwamen. Verder werden wat Zwarte Zee-eenden gezien en een eenzame Jan-van-Gent. De zee sessie kwam tot een eind toen de Ganzen terug keerden in de polder. Vanuit de verte kwamen grote groepen Kolganzen aan. De Ganzen streken snel neer maar ook nu konden we de Dwergganzen niet gevonden krijgen.
Het was inmiddels bijna 4 uur en voor ons was het tijd om terug naar Uden te rijden. In de auto werd de daglijst opgemaakt. We hadden 84 soorten waarvan één nieuwe voor het jaar.