Af en toe verschijnt er toch een waarneming van de Oehoes in de St Pietersberg. Reden om toch weer een poging te wagen. Om 8 uur reden Jan Verhoeven, Koen Rovers en ikzelf natuurlijk richting het zuiden.
Onderweg werd gestopt voor koffie en omstreeks 10 uur reden we de St Pietersberg op. Het zicht was ondanks een grauwe lucht goed en er stond vrijwel geen wind. Allereerst werd de plek bij de 3 conifeertjes afgezocht maar hier zaten geen Oehoes. We besloten om de berg heen te lopen en alle potentiële plekken te inspecteren. Alle nissen, gaten en openingen van grotten werden zorgvuldig bekeken maar nergens was een spoor van de vogels te bekennen. Aan de zuidkant van de berg tegenover de Enci Centrale zagen we 2 Vuurgoudhanen die nieuw zijn voor de jaarlijst. Vanaf de Centrale liepen naar de Maas en hier vonden we een adulte Pontische Meeuw, ook een nieuwe voor het jaar.
Iets verder konden we de berg weer oplopen en we bezochten hier de plek waar vorig jaar de Rotskruiper zat. Ook hier geen Oehoes. Na een wandeling van ongeveer 3 uur kwamen we terug bij de auto. Na kort overleg besloten we om Limburg te verlaten en naar de Kraaijenbergse Plassen te rijden waar al enkele dagen een IJsduiker zit. De IJsduiker werd snel gevonden maar hij zat erg ver weg en er waren absoluut geen foto kansen. De Topper die we vorig jaar ontdekten zat nog steeds op dezelfde plek en we reden verder naar de waterzuivering centrale bij Vorstenbosch.
Onderweg zagen we nog een Witgatje en dat is de derde nieuwe soort voor het jaar. Bij de Waterzuivering centrale werd de verwachte Grote Gele Kwikstaart niet gevonden maar wel zagen we nog 2 Witgatjes. Het was een magere dag met maar 59 soorten.