2021 begon in de ban van het Corona virus en we zaten in een lockdown gevolgd door een avondklok die begon op 21 januari en duurde tot 28 april.
Ondanks deze beperkingen was het toch mogelijk om regelmatig in het veld aanwezig te zijn. Dit jaar werd wederom geen buitenlandse reis gemaakt en we namen ons voor om een leuke jaarlijst samen te stellen en ook de maandlijst zou niet tekortgedaan worden. De vogels trokken zich niets aan van Corona en het werd een uitstekend jaar met een evenaring op mijn beste jaarlijst ooit. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat er waarschijnlijk 4 soorten niet aanvaard gaan worden.
Op 1 januari werd meteen begonnen met een soort voor de maandlijst. De Keent was uitgekozen door een Kleine Plevier om te overwinteren en we bezochten deze vogel op nieuwjaarsdag. Het is de eerste waarneming ooit van een Kleine Plevier in januari in Nederland. Ook werd er aan de jaarlijst gewerkt op nieuwjaarsdag. De Zwartkeellijster van Utrecht en de Humes Bladkoning van Geldermalsen werden bezocht. Een Bonte Kraai in Lith werd ook aan de lijst toegevoegd. De dag eindigde op 70 soorten waar we niet ontevreden mee waren. Ik kon ook 7 nieuwe soorten toevoegen aan mijn 1 januari-lijst die nu op 182 soorten staat. 2 januari startte we in Nieuwvliet Bad waar we een Graszanger bezochten die nog telt voor de maandlijst. Onderweg zagen we enkele Kerkuilen die gretig genoteerd werden, het waren zelfs mijn eerste voor de provincie Zeeland. We vervolgde de dag met een rondje Zeeland. Leuke soorten zoals Zwarte- en Witbuikrotgans, Rosse Franjepoot, IJsduiker, Parelduiker, Kuifaalscholver en Flamingo werden genoteerd. Terwijl we in de Prunjepolder waren werd er een Gele Kwikstaart gemeld op nog geen 15 km afstand. Dit is een megasoortje voor de maandlijst en na een korte rit vonden we de vogel tussen zeker 50 Witte Kwikstaarten. Op 3 januari gingen we weer op pad en nu naar Noord-Holland. We begonnen hier met een Grote Burgemeester en een Kwak in Medemblik. Een Kleine Burgemeester werd bezocht in Julianadorp en op de terugweg werden een Dwerggans en een Bokje aan de lijst toegevoegd. Tijdens de rit werd een Kortbekzeekoet gemeld in het Veerse Meer. Een goede soort en de doelbestemming voor de volgende dag. Op 4 januari stonden we in de schemer op de Veerse Dam en vrijwel meteen zag ik de Kortbekzeekoet op korte afstand zwemmen. Zo snel hadden we hem niet verwacht. We hadden de soort al eerder in Nederland maar het blijft een knallertje die zowel voor de jaar- als maandlijst telde. Op 6 januari kregen we de melding van een Tapuit die in de Rhederlaag bij Giesbeek gezien was. Er werd niet getwijfeld en 3 kwartier later vonden we de Tapuit vrij eenvoudig terug. Een goede voor de maandlijst en zelfs de eerste gedocumenteerde voor de maand januari in Nederland. Het vermelden waard zijn nog een Koereiger en een Roodhalsgans. We sloten januari af met 136 soorten. De januari-lijst steeg met 5 nieuwe naar 278 soorten.
De Kleine Plevier van de Keent zat er nog steeds en die werd dus in de vroege ochtend van 1 februari bezocht. Het water van de Maas was flink aan het stijgen en we waren net op tijd. Een half uur later stond alles blank en was de vogel verdwenen. Een zoektocht later in de Ooijpolder naar een Beflijster liep op niets uit. De volgende dag werd de haven in Scheveningen bezocht voor een Rosse Franjepoot die nog telt voor mijn maandlijst. Op 3 februari werd de nog aanwezige Kortbekzeekoet voor de maandlijst bezocht. We zochten nog naar de Gele Kwikstaart die we in januari zagen maar die bleek niet aanwezig te zijn. 5 februari moesten we weer naar Zeeland omdat de Gele Kwikstaart er toch nog zat. We vonden hem weer terug in een grote groep Witte Kwikstaarten waar ook nog een Rouwkwikstaart tussen zat. We hebben de Gele Kwikstaart nu in alle maanden van het jaar! Terwijl we bij de kwikken stonden kwam de melding binnen van een Zwarte Zeekoet bij de Brouwersdam. Niet veel later kon deze worden genoteerd. Bij het Grevelingenmeer werd een groep van maar liefst 21 Parelduikers gevonden. Mijn grootste groep ooit voor Nederland. Eenmaal thuis kon er niet worden gerust want de Beflijster van de Ooijpolder werd gemeld. We reden meteen naar de Ooijpolder en na een korte zoektocht werd hij genoteerd voor de maandlijst. Op 21 februari begon de Kraanvogeltrek en dankzij gunstige wind pikte wij hier een graantje van mee. Vanaf onze telpost telden we 622 exemplaren. 23 februari werd Limburg bezocht en 2 gemelde Dwerggorzen werden snel gevonden. Dat gold niet voor de Witoogeenden maar uiteindelijk zagen we beide vogels. De Kortsnavelboomkruiper in het Vijlenerbos werd gedaan en op de terugweg vonden we 2 Grauwe Gorzen nabij Someren. 26 februari brachten we door in het noorden waar we in Ferwert een Ruigpootbuizerd zagen. In Friesland werden Strandleeuwerik, Frater, IJsgors en Sneeuwgors bijgeschreven voor de jaarlijst. Februari eindigde met een knaller. We kregen de melding van een Steenarend die nabij Zevenaar zat. Er werd niet getwijfeld en we sprongen in de auto. Onderweg kregen we door dat de vogel niet meer op de gemelde plek gezien werd. We besloten toch door te rijden en eenmaal in het gebied sloten we ons aan bij de al aanwezige zoekende vogelaars. Ongeveer een kwartier later werd de vogel teruggevonden en een snelle rit bracht ons naar de plek waar de Steenarend op een paaltje zat. Af en toe joeg hij hier op de aanwezige Hazen. Alhoewel op enige afstand was het een prachtig schouwspel in het late middagzonnetje. De Steenarend telt nog voor onze Nederlandse lijst. We sloten februari af met 177 soorten. Ook voor de februari-lijst werd goede zaken gedaan. Deze steeg met 7 nieuwe tot 263 soorten.
De eerste weken van maart was het buitengewoon slecht weer met veel regen en noordwestenwind. Geen beste omstandigheden voor de vogeltrek en de Kamperhoek werd niet bezocht. Pas op 21 maart waren we weer op pad voor een gemelde Amerikaanse Smient nabij Zwolle. Op 23 maart werd onze lokale Oehoe bezocht voor de jaarlijst. Op 28 maart reden we naar Engbertsdijksvenen omdat de Steenarend hier gemeld was. Laat in de middag kwamen we aan op de gemelde plek maar de Steenarend was nergens meer te bekennen. Met een groepje vogelaars stonden we te posten en plotseling kwam er een Grijze Wouw aangevlogen. De Grijze Wouw telde nog voor onze maandlijst dat was dus mooi meegenomen. We begrepen van de lokale vogelaars dat het ook pas de tweede voor de provincie Overijssel was. De Steenarend zagen we helaas niet meer. De volgende dag werd hij weer gemeld in de buurt van Engbertsdijksvenen. We reden er weer heen maar ook nu lukte het niet om de Steenarend te vinden. Een baltsende Porseleinhoen bij de Kraaijenbergse Plassen ontbrak ook nog op de maandlijst. Op 30 maart werd een zingende Nachtegaal gemeld in Den Haag, de vroegste ooit van Nederland. Na lang zoeken konden ook wij deze soort bijschrijven. Op 31 maart reden we naar Workumerwaard voor een Reuzenstern voor de maandlijst. Op de terugweg krijgen we een tip dat er een zingende Kleine Karekiet nabij Arnhem gevonden was. Ook weer een erg vroege vogel en na wat zoeken hoorde ik de Kleine Karekiet zingen. Dat was het eigenlijk wel voor de maand maart. De jaarlijst stond nu op 193 soorten. Voor de maart-lijst werden 5 nieuwe genoteerd en die staat nu op 274 soorten.
April begon met een Kleine Topper die telt voor de jaarlijst. Ook de Humes Bladkoning die nog steeds in Geldermalsen zat werd bezocht voor de maandlijst van Maartje. Op 4 april zijn we weer in Limburg op zoek naar een Siberische Tjiftjaf die nog telt voor de maandlijst. Ook werden 2 Europese Kanaries gevonden in Magraten. Op 8 april zagen we vanuit onze tuin de eerste Rode- en Zwarte Wouw van het jaar overvliegen. 9 april werden op 4 km afstand van ons huis 2 Buidelmezen gevonden. Een megasoortje voor onze regio en we waren erg blij met deze soort. Diezelfde avond werd een Dwerguil bezocht voor de jaar- en maandlijst. Een op 17 april gemelde Roze Spreeuw in Lemmer telde nog voor onze maandlijst. We waren erg blij dat de vogel er nog zat bij aankomst. We hebben de Roze Spreeuw nu in alle maanden in Nederland. De volgende dag werd in de buurt een Hop gemeld die zich prachtig liet fotograferen. 21 april reden we naar de haven in Scheveningen voor een Ross’ Meeuw die nog telt voor de jaar- en maandlijst. De vogel liet zich van dichtbij bekijken en fotograferen. Toen we terugliepen naar de auto kwam de melding binnen van een heuse Sardijnse Grasmus. Een compleet nieuwe soort voor Nederland. Helaas was de vogel op dat moment niet meer in beeld maar we reden toch naar Den Helder waar de melding vandaan kwam. Na 1.5 uur zoeken met ruim 100 man leken de kansen erg klein te zijn geworden. Gelukkig werd de vogel toch nog teruggevonden in een nabijgelegen camping. Een echte mega en tevreden reden we terug naar Uden. De volgende dag werd een gevonden Duinpieper in de Maashorst bezocht. Op 23 april reden we naar de Groene Jonker voor een Siberische Taling die niet geringd was. Hier zagen we ook onze eerste Steltkluten van het jaar. Een Bergfluiter in de Vrouwenpolder in de provincie Zeeland werd bezocht op 23 april. Later bleek uit DNA-onderzoek dat het hier om een hybride Bergfluiter x Fluiter ging. Helaas want hij telde nog voor de maandlijst. 24 april zagen we een Iberische Tjiftjaf in Strijensas. Daarna bezochten we een Amerikaanse Wintertaling die nog telt voor de maandlijst van Maartje. Op de terugweg naar huis kwam de melding van een Draaihals in de Maashorst. Bij aankomst zat de vogel er nog en deze liet zich erg fraai fotograferen. Op 27 april bezochten we voor het eerst de Kamperhoek dit jaar. Het werd een leuke dag met soorten zoals Morinelplevier, Duinpieper, Smelleken en Purperreiger. Klik hier voor een volledig overzicht Tijdens de telling werd een Grijze Junco gemeld in Koudum. Niet ver van de Kamperhoek. Bij aankomst was de vogel nog aanwezig en liet zich erg leuk bekijken. Op de terugweg naar Uden werd bij Vught nog een Poelruiter bijgeschreven. De volgende dag staan we weer op de Kamperhoek. Het werd een leuke telling met onze eerste Visarenden, Boomvalken en een Grauwe Kiekendief. Klik hier voor een volledig overzicht. Op de laatste dag van april moeten we nog laat in de middag naar Weurt voor een gevonden Kortteenleeuwerik die nog telt voor de maandlijst. Na wat zoeken vinden we de vogel. Als bonus pikken we ook nog een Roodkeelpieper mee. April was een erg goede maand en de jaarlijst was gegroeid naar 245 soorten. Ook de april-lijst deed erg goede zaken en met 6 nieuwe staat deze nu op 333.
1 mei begint met een droomstart. Tijdens het inladen van de auto om 5 uur in de ochtend hoorde we een Bosuil baltsen, een nieuwe tuinsoort. De eerste van de maand staat meestal in het teken van de maandlijst en ook nu was dit het geval. De Ross’ Meeuw zat er nog steeds maar nu bij de Zuidpier van IJmuiden en niet in Scheveningen. We moesten wat zoeken maar vinden uiteindelijk 2 Ross’ Meeuwen! Onderwijl werd een Grijze Junco gevonden op de Maasvlakte die nog telt voor de maandlijst. Ons dag-plan moest omgelegd worden en we reden nu eerst naar de Grijze Junco waarvan vermoed werd dat deze tot ondersoort Cassiarjunco behoort. Gelukkig zat de vogel er nog bij aankomst en ik kon leuke foto’s maken. Hierna reden we naar de Siberische Taling in de Groene Jonker. Deze telt nog voor de maandlijst. Daarna reden we naar de Biesbosch voor de Amerikaanse Wintertaling die er ook nog zat en telt voor de maandlijst van Maartje. We zijn nog niet klaar want in het donker wordt ook nog een Dwerguil bezocht voor de maandlijst. De volgende dag stonden we vroeg op de dijk bij het Nijkerkernauw voor een Kleine Topper die nog voor mijn maandlijst telt. Een aanwezige Grote Karekiet werd ook dankbaar genoteerd. Onderwijl krijgen we een tip van een Bladkoning op de Veluwe en dat kwam goed uit omdat we naar de Steenarend wilden gaan zoeken die weer gemeld was. We moesten wat zoeken naar de Bladkoning maar uiteindelijk hoorden we hem zingen en hij liet zich leuk bekijken. Dit was onze eerste Bladkoning voor de maand mei. De zoektocht naar de Steenarend mislukte maar we zagen wel de Lammergier die al een tijdje in Nederland zit en een Zeearend. Op 4 mei bezochten we een Jufferkraanvogel in Voorst. Altijd lastig deze soort voor wat betreft de status van de vogel maar deze was ongeringd en zag er verder goed uit. Ook was de vogel na enkele dagen weer verdwenen en werd nergens anders meer gezien. We wachten af hoe men deze gaat beoordelen. We waren net thuis toen er een Griel gemeld werd op onze telpost. Een korte snelle rit volgde en de Griel zat er gelukkig nog. Een leuke regiosoort die ik nog moest inhalen. De volgende dag bezochten we een Roodkopklauwier in de Groote Peel voor de jaarlijst. Op 6 mei reden we naar 's-Gravenzande en na wat wachten zagen we hier onze Roodstuitzwaluw voor 2021. De volgende dag waren we weer op weg naar Diependal voor een Grijze Wouw die telt voor onze maandlijst. Bij aankomst zat de vogel te rusten in een struik. Hierna bezochten we een Roodpootvalk bij Barger-Oosterveen. De vogel was erg tam en liet zich leuk op de foto zetten. Opmerkelijk genoeg bleef dit onze enige Roodpootvalk van 2021. Op 8 mei werd een Blonde Ruiter bezocht in Broekhuizenvorst. Dit is het eerste geval van Limburg voor deze soort. 9 mei startte we heel vroeg in de ochtend op zoek naar de Dwerguil voor de maandlijst. Het duurde even maar uiteindelijk hoorde we de vogel roepen. We reden nu naar de Telpost Brobbelbies Zuid waar een Ortolaan gemeld was. Het was mooi weer en bij aankomst hoorde we meteen een Wielewaal zingen. Geen alledaagse soort voor de Maashorst. De Ortolaan bleek onvindbaar maar dat werd ruim gecompenseerd met 2 Zwarte Ooievaars, 5 Rode Wouwen, 7 Zwarte Wouwen, 11 Wespendieven en een Duinpieper. Op 11 mei werd een Noordse Nachtegaal gemeld in Beugen. Dit is niet ver voor ons en we stonden al snel op de gemelde plek. Het duurde even maar uiteindelijk begon de vogel te zingen. Op 12 mei stonden we in de avond in de Weerribben en rond 21.30 uur begint het Klein Waterhoen te roepen. Niet veel later horen we ook de Kleinst Waterhoen baltsen. Op 13 mei reden we naar de Slikken van Flakkee voor een Rosse Franjepoot die nog telt voor de maandlijst. We vonden de vogel op grote afstand. Tijdens ons verblijf werd de Steenarend gemeld die in een boom bij Vliegveld Deelen op de Veluwe zat. Een gokje maar we reden er meteen naar toe. Bij aankomst zat de Steenarend nog steeds in de boom. Na een uur vloog de vogel op en verdween snel uit beeld. 14 mei werd een Kleine Klapekster bezocht nabij Almere. De volgende dag startte we met een Witvleugelstern en reden daarna naar Nieuw-Milligen op de Veluwe voor een gemelde Bergfluiter. Op 18 mei werd rond 9.30 uur een heuse Huisgierzwaluw gemeld nabij Westkapelle. We twijfelden niet en reden meteen naar Westkapelle in de hoop dat de vogel rond beleef hangen. Onderweg werd de vogel nog regelmatig gemeld en bij aankomst zagen we de Huisgierzwaluw vrijwel meteen. De vogel vloog opeens recht boven me en de camera ratelde vrolijk. Daarna leek hij verdwenen en blij met onze nieuwe soort voor de Nederlandse lijst reden we terug naar huis. Op 25 mei bevonden we ons in de late avond in Delft. Hier was een Dwergooruil gevonden. Vlak na de schemering begon de vogel luid te roepen en af en toe zag je hem vliegen. Op 30 mei reden we naar Gasteren voor een mooi mannetje Withalsvliegenvanger. De vogel liet zich leuk bekijken en af toe kon je ook zijn zang horen. De volgende dag was hij alweer verdwenen. Mei was erg goed en we zagen verder nog goede soorten zoals; Orpheusspotvogel, Terekruiter, Witwangstern, Ralreiger, Krekelzanger, Bijeneter, Waterspreeuw en Woudaap. Op 31 mei stond de teller op 287 soorten voor de jaarlijst. De mei-lijst groeide met maar liefst 12 nieuwe tot 343 soorten!
We startte 1 juni weer met onze maandlijst. We begonnen met de Dwergooruil in de hele vroege ochtend om 0.05 uur. Een Zwarte Rotgans in Den Oever moest gedaan worden. De Zwarte Rotgans is nog maar een enkele keer in juni waargenomen in Nederland. We vonden de vogel redelijk snel. Terwijl we op de dijk in Den Oever staan werd er een Grauwe Fitis gemeld nabij Wassenaar. We besloten om deze te gaan proberen. Na zeker 2 uur zoeken vonden we de vogel die nu voluit zat te zingen. Op 2 juni reden we richting Biddinghuizen voor een Noordse Nachtegaal die nog telt voor de maandlijst van Maartje. Op 3 juni zochten we naar een Beflijster voor de maandlijst in Katwijk. Helaas vonden we de vogel niet terug maar ter compensatie zagen we wel een mooie adulte Roze Spreeuw. Op de terugweg naar Uden kregen we een melding van een Roodkopklauwier op onze telpost. Dit is een erg goede regiosoort en niet veel later konden ook wij hem bijschrijven. 7 juni startte we met een Ralreiger in de Biesbosch die nog telt voor onze Brabant-lijst. We reden daarna verder naar Waddinxveen waar we een zingende Struikrietzanger voor de jaarlijst noteerde. Nu werd koers gezet naar de Putten bij Camperduin voor een Dougalls Stern. De Dougalls liet zich erg leuk zien en fotograferen. Op 9 juni deden we een poging voor de Steenarend die we helaas niet vonden. De volgende dag waren we weer op dezelfde plek en nu zagen we de Steenarend rond 11 uur opstijgen uit het bos. De vogel telt nog voor onze maandlijst. Op 12 juni werd een Steppekiekendief bezocht in het hoge noorden van Nederland. Op 15 juni werd een groepje Vale Gieren waargenomen in de omgeving van Breda. De vogels besloten te slapen in de omgeving van Chaam. De volgende ochtend waren we aanwezig en zagen 3 Vale Gieren opstijgen om daarna langzaam te verdwijnen in de verte. Op 19 juni werd een dagje Friesland gedaan. We zagen Gestreepte Strandloper en Roodmus voor de jaarlijst. We waren vooral blij met de Roodmus, deze soort was erg schaars dit jaar. Op 20 juni werd een Monniksgier bezocht nabij Breukelen. We moeten afwachten of deze door de ballotagecommissie gaat komen. Een Dwergaalscholver in Enschede werd gedaan op 24 juni. De volgende dag stonden we op de Strabrechtse Heide voor een Slangenarend die dit jaar erg laat waren. Op de terugweg naar Uden bezochten we een Kwartelkoning nabij Veghel een goede regiosoort. De maand werd afgesloten met een Steltstrandloper in Twisk. Er zijn wat twijfels rondom deze Steltstrandloper en waarschijnlijk gaat het hier om een hybride vogel. We wachten af. Onze jaarlijst was gegroeid tot 304 soorten in juni en hiermee scoor ik voor het 15de jaar op rij de 300 soorten. De juni-lijst werd uitgebreid met 5 nieuwe en staat nu op 300 soorten.
Zoals gebruikelijk startte we de maand juli weer met een aantal soorten die nog tellen voor de maandlijst. In de vroege ochtend van 1 juli reden we naar Rouveen waar we snel een zingende Grauwe Gors vonden. We reden daarna richting Twisk voor de Steltstrandloper die nog aanwezig was. Zoals gezegd moeten we afwachten of dit een zuivere vogel is. We reden nu verder naar de Philipsdam nabij Bruinisse. Hier zat al een tijdje een Parelduiker. Na wat zoeken vonden we de vogel op afstand. Toch waren we erg blij met de Parelduiker die we nu in alle maanden rond hebben in Nederland. Op 2 juli waren we op weg naar de Veluwe voor de Steenarend. Onderweg kregen we een melding van een Dwergaalscholver nabij Utrecht. We besloten eerst deze vogel te proberen en daarna terug te rijden naar de Veluwe. De Dwergaalscholver werkte goed mee en rond 13.00 uur stonden we op de Veluwe te posten voor de Steenarend. Het duurde lang maar net na 17.00 uur zagen we de Steenarend over ons heen vliegen. Op 13 juli werd een Vale Gier bezocht nabij Breukelen voor de maandlijst van Maartje. 15 juli startte ons telseizoen op de telpost Brobbelbies Noord en ik was hier vanaf deze datum vaak te vinden. We sloten de maand af met een bezoek aan de Lachsterns die ieder jaar rond deze tijd opduiken in de provincie Groningen. Op de terugweg werd nog een Zwarte Ibis nabij Oosterwolde gedaan. De jaarlijst was gegroeid naar 307 soorten. Met 5 nieuwe voor de juli-lijst staat deze nu op 291 soorten.
Augustus begon met de Dwergaalscholver voor de maandlijst nabij Utrecht. 3 augustus waren we weer te vinden op de Veluwe om de Steenarend ook nu weer op de maandlijst te krijgen. De vogel werd de afgelopen zeer onregelmatig gemeld dus de verwachtingen waren niet al te hoog. Om 8 waren we aanwezig en een half uur later zagen we de Steenarend laag over de bosrand voor ons uit vliegen. We misten nog een Struikrietzanger in augustus dus een gemelde vogel op Texel moest gedaan worden. We zagen minimaal 2 vogels van het eerste broedgeval van deze soort in Nederland. Op 7 augustus werd een Waterrietzanger bezocht nabij Nijkerk. Op 8 augustus waren we weer te vinden in het hoge noorden bij Westhoek. Doelsoort was een Bonapartes Strandloper die we zagen tussen duizenden andere steltlopers. Op 19 augustus zag ik op de telpost mijn eerste Ortolaan voor 2021. Een harde noordwestenwind lokte ons naar Westkapelle op 22 augustus. Geen slechte keuze zo bleek. We zagen diverse Kleinste Jagers, Kleine Jagers en een Noordse Stormvogel welke nog tellen voor de jaarlijst. Op de telpost begint het nu ook los te komen en in 2 dagen zagen we diverse Duinpiepers en 2 Ortolanen. Op 26 augustus gingen we weer naar Westkapelle omdat de wind weer gunstig was. We zagen onze enige Vorkstaartmeeuw van 2021 en ook nu weer meerdere Kleinste Jagers. 29 augustus moesten we naar Texel voor een Kleine Klapekster die nog telt voor de maandlijst. Onze jaarlijst stond nu op 314 soorten. Met 4 nieuwe voor de augustus-lijst staat deze nu op 299 soorten.
De Dwergaalscholver was nog steeds aanwezig en ook de Steenarend hing nog rond op de Veluwe. Dit waren dan ook de doelsoorten voor 1 september. De Dwergaalscholver bleek redelijk eenvoudig maar de rest van de dag posten we tevergeefs voor de Steenarend. Op 3 september deden we een nieuwe poging en na een paar uur posten zagen we de Steenarend op afstand voorbijvliegen. Ondertussen op de telpost vond er een ware invasie plaats van Atalanta’s. Deze trekvlinders kwamen met honderden langs onze telpost. Op 4 september bleven we extra lang aanwezig op de telpost en we telden 433 Atalanta’s. Een bonus was een mannetje Steppekiekendief welke om 17.30 uur kort op de telpost aanwezig was. Op 7 augustus werd een Poelsnip ontdekt bij Wageningen. De volgende dag waren we present voor deze maandsoort. Het werd niet eenvoudig en tegenlicht maakte de determinatie niet eenvoudig. Uiteindelijk lukte het met een foto van de Poelsnip in de vlucht. Op 11 september reden we naar Bergen voor een Breedbekstrandloper voor de jaarlijst. Ook deze soort was erg schaars dit jaar. 13 september ging het helemaal los met de Atalanta’s op onze telpost. We telden 1225 exemplaren wat een nieuw Nederlands dagrecord is. Op 19 september werd een Sperwergrasmus bezocht op de Maasvlakte. 26 september zaten we weer op Texel. Nu voor een Amerikaanse Goudplevier welke nog telde voor de maandlijst van Maartje en natuurlijk de jaarlijst. Een aanwezige Bonapartes Strandloper werd ook meegepikt. Onze jaarlijst was nu gegroeid tot 318 soorten. Met maar 3 nieuwe voor de september-lijst staat deze nu op 314 soorten.
We begonnen 1 oktober met een opnieuw een poging voor de Steenarend. De vogel was al een tijdje niet meer gemeld. We zagen hem deze keer niet en uiteindelijk bleek de Steenarend ook niet meer aanwezig zijn. We konden hem in totaal 6 keer noteren voor de maandlijst. Terwijl we op de telpost stonden op 2 oktober werd er een Schreeuwarend gemeld nabij Werkendam. Deze vogel was een dag eerder met foto gemeld in de Flevopolder. Na een half uur werd de vogel opnieuw gemeld en hij bleek rond te hangen nabij Waspik. Een nerveuze rit begon maar na 3 kwartier zagen we de Schreeuwarend op een akker zitten. Later konden prachtige vluchtplaten gemaakt worden van deze nieuwe soort voor onze Nederlandse lijst. Op 4 oktober werd de Dwergaalscholver bezocht die nog steeds aanwezig was nabij Utrecht. Een noordwesten storm lokte ons weer naar Westkapelle. Het werd een hele leuke dag met soorten zoals; Vaal Stormvogeltje, Noordse- en Grauwe Pijlstormvogel, Kleinste- Kleine- Middelste en Grote Jager en Witbuikrotgans. 8 oktober vertrokken we naar Texel voor ons jaarlijkse Dutch Birding Texel weekend. Op 9 oktober moesten we echter naar Schiermonnikoog voor een gemelde Amerikaanse Zee-eend die nog telt voor onze Nederlandse lijst. We moesten even zoeken maar uiteindelijk kregen we de eend mooi te zien. Blij reden we weer terug naar Texel. Hier werd de volgende dag een Daurische Klauwier gevonden die nog telde voor de jaarlijst. Op 11 oktober reden we van Texel naar de Maasvlakte voor een Swinhoes Boszanger. De Swinhoes liet zich prachtig bekijken en fotograferen. 15 oktober werd een rondje Zeeland gedaan. Een Graszanger voor de maandlijst werd bezocht in de Braakman. Bij Westkapelle bezochten we een Kleine Vliegenvanger voor de jaarlijst. 17 oktober reden we vanaf de telpost naar Ouddorp voor een gemelde Blauwstaart en Pallas Boszanger. Beide vogels werden gevonden na redelijk wat zoeken. Op 20 oktober zagen we een Grijze Wouw op de telpost. Diezelfde avond kwam er een melding door van een mogelijke Oostelijke Vale Spotvogel in Nieuwvliet-Bad. We besloten om de volgende dag af te wachten of de vogel teruggevonden zou worden. De Oostelijke Vale Spotvogel werd de volgende dag al vroeg in de ochtend teruggevonden en de determinatie bleek ook prima te zijn. Wij reden onmiddellijk na de melding richting Nieuwvliet-Bad waar we aansloten bij ruim honderd nerveuze vogelaars. Het duurde lang en we gaven al bijna de moed op maar de Oostelijke Vale Spotvogel werd teruggevonden. Met deze compleet nieuwe soort voor Nederland en dus voor onze lijst reden we tevreden terug naar Uden. Op 24 oktober stond ik met Maartje samen op de telpost. De andere tellers zaten op Terschelling. De Houtduiven vlogen met grote aantallen en ook andere soorten deden het erg goed. Er werd een Kuifaalscholver gemeld in Brabant om 14.30 uur en dit is een goede soort voor de provincie. We zaten echter op bijna 100.000 Houtduiven dus de Kuifaalscholver moest nog even wachten zo was het plan. Toen kwam er om 15.00 uur een melding van een heuse Renvogel in de duinen bij Bergen. We konden het eigenlijk niet geloven maar de spullen werden de auto in gegooid en we startte de nerveuze rit van ongeveer 1.5 uur. De Renvogel bevond zich in verboden gebied maar de terreinbeheerder stemde in met een georganiseerde excursie om 17.00 uur. We hadden het verkeer mee en om 16.40 uur parkeerde ik de auto en we sloten ons aan bij de grote groep vogelaars. Na een korte wandeling zagen we de Renvogel in het lage avondzonnetje zitten. Wat een megasoort die ik eigenlijk nooit meer verwacht had in Nederland. Na het invoeren van de telling van die dag bleek dat we 102.688 Houtduiven geteld hadden, een nieuw telpostrecord. Ook telde we 471 Buizerds al met al een drukke dag. Voor een volledig overzicht van de telling klik hier. De volgende dag werd alsnog de Kuifaalscholver gedaan die nabij Helmond zat. De Grijze Wouw die een paar dagen eerder kort te zien was op onze telpost keerde op 25 oktober terug en bleef een paar dagen rondhangen. Het lukte me om hem mooi op de foto te zetten. De maand was nog niet over en op 31 oktober bezochten we een Provençaalse Grasmus bij de Hondsbossche Zeewering en op de terugweg een hybride Zwarte Wouw x Oostelijke Zwarte Wouw. Het was een uitermate goede maand geworden met maar liefst 4 nieuwe soorten voor onze Nederlandse lijst. De jaarlijst stond nu op 333 soorten. De oktober-lijst groeide met 7 soorten tot 331 soorten.
1 november begonnen we met een Graszanger in de Braakman die nog telt voor onze maandlijst. We hebben de Graszanger nu rond in alle maanden in Nederland. De Oostelijke Vale Spotvogel die niet ver van de Braakman zat werd gezocht maar na lang zoeken werd hij niet gevonden. Op 3 november werd de Dwergaalscholver gedaan die nog steeds nabij Utrecht zat. De Oostelijke Vale Spotvogel werd toch nog gezien dus op 5 november gingen we een nieuwe poging doen. Dit keer vonden ook wij de vogel. Op 11 oktober reden we naar de Hondsbossche Zeewering bij Camperduin. Hier zat een Raddes Boszanger die nog telde voor onze maand- en jaarlijst. De Provençaalse Grasmus was ook nog aanwezig en natuurlijk werd deze ook gedaan. Een Kleine Alk bij Andijk werd bezocht voor de jaarlijst op 21 november. Een Bonte Tapuit op Texel werd bezocht op 28 november. Op 29 november waren we erg blij met een Morinelplevier voor de maandlijst bij Ouddorp. Op 30 november reden we naar de Eemspolder voor een Kaspische Plevier voor de maandlijst. Ondanks lang posten vonden we de vogel niet terug. De jaarlijst stond eind november op 336 soorten. De november-lijst groeide met 5 nieuwe naar 291 soorten.
Op 1 december was het weer zo slecht dat we niet eens naar de Dwergaalscholver gingen die er nog steeds zat. De volgende dag was het beter en we vonden de Dwergaalscholver vrij eenvoudig. Op de terugweg naar Uden kregen we een tip dat er een Kleine Karekiet in Papendrecht zat. Dit lag zowat op de route en niet veel later stonden we op de locatie in een enorme hoosbui die 3 kwartier duurde. De Kleine Karekiet werd uiteindelijk teruggevonden. Dit is een erg goede maandsoort en tevreden reden we naar Uden met deze onverwachte waarneming. De Kaspische Plevier zat er nog dus we reden op 3 december weer naar de Eemspolder. Na ruim een uur posten op de plek vond ik een Morinelplevier die nog niet eerder gemeld was hier. Het duurde nog een paar uur maar gelukkig kwam de Kaspische Plevier aangevlogen met een Bonte Strandloper. Een erg late Grauwe Klauwier werd bezocht voor de maandlijst in de Flevopolder. De vogel was in slechte conditie en werd na een dag al niet meer gezien wat niet veel goeds voorspelt voor de vogel. De Oostelijke Vale Spotvogel was sinds 29 november niet meer gemeld maar op 8 december gingen we toch een poging wagen. We waren dan ook erg verbaasd toen we de vogel al na 15 minuten op korte afstand terugvonden. Hij zag er fit uit en wie weet houdt hij het wel uit tot januari. Op 10 december bezochten we een Ringsnaveleend nabij Appingedam voor de jaarlijst. We zochten daarna naar gemelde Taigarietganzen maar verder dan 1 mogelijke kandidaat kwamen we niet. Wel zagen we hier nog een aantal Kleine Rietganzen die nog tellen voor de jaarlijst. Op 11 december werden voor de jaarlijst nog een Siberische Braamsluiper en een Bruine Boszanger gedaan. Dit gold ook voor een Sneeuwgans op 16 december. Die avond kwam er een melding door van een Purperkoet in Alblasserdam. De volgende ochtend stonden we met het eerste licht op de plek van de melding. Na ongeveer een half uur werd de Purperkoet teruggevonden. Als deze aanvaard wordt dan is dit een nieuwe soort voor Nederland en daarmee voor onze Nederlandse lijst. De Provençaalse Grasmus bleek er ook nog te zitten en deze werd voor de maandlijst bezocht op 18 december. Op de terugweg naar Uden werd nog een Siberische Braamsluiper gedaan in Overveen. Op 22 december werd er weer een Purperkoet ontdekt nu in Zevenhuizen. De dag ervoor werd een Grote Pieper gezien nabij Utrecht. We missen de Grote Pieper nog op de jaarlijst dus dit was een mooie combi. We besloten eerst de Purperkoet te bezoeken. Bij aankomst konden we meteen aansluiten bij de al aanwezige vogelaars. De vogel liet zich fraai bekijken en vloog zelfs over ons heen. Blij met de foto’s reden we nu naar Utrecht voor de Grote Pieper. Deze werd ondanks een zoektocht van een paar uur niet gevonden. Op 27 december werd een Velduil gemeld in de Vughtse Gement. We stapten meteen in de auto en reden richting Den Bosch. De Velduil ontbreekt ook nog op de jaarlijst. Na iets meer dan een half uur zoeken vonden we de vogel. Er kon zelfs een vluchtplaatje gemaakt worden. Op 28 december werd een Pestvogel ontdekt in Noordwijk. Deze werd bezocht de volgende dag. De Pestvogel ontbrak nog op de jaarlijst. Terwijl we naar een Kleine Burgemeester reden kwam er een melding binnen van een Amerikaanse Smient nabij Grijpskerke in Zeeland. Dit was een nieuwe maandsoort dus we reden meteen naar Zeeland. Onderweg werd bij Grijpskerke ook nog een Aziatische Goudplevier gemeld die nog telt voor de jaarlijst. Dat was niet verkeerd. De Amerikaanse Smient werd eenvoudig gevonden maar de Aziatische Goudplevier werkte niet mee. Na 28 december werd niet meer gevogeld. December was een goede maand met 1 nieuwe soort voor onze Nederlandse lijst. Tenminste als de Purperkoet aanvaard word. De eindstand is 445 soorten. Ik had 8 nieuwe voor de december-lijst die nu op 274 soorten staat.
Met 345 soorten op de lijst voor 2021 is dit een evenaring van mijn beste jaarlijst ooit. Er staan nog wel een paar twijfelsoorten op de lijst; Monniksgier, Steltstrandloper, Jufferkraanvogel en Humes Braamsluiper. We moeten afwachten of deze nog aanvaard gaan worden. Ik had ooit eerder in 2014 345 soorten. Het is tevens het 15de jaar op rij dat ik meer dan 300 soorten in een jaar scoor. Zowel Maartje als ik noteerden 9 nieuwe soorten voor onze Nederlandse lijst. Ook de maandlijst deed het uitstekend. De wereldlijst staat al 2 jaar vrijwel stil op een laag pitje vanwege de Corona. De groei die er was komt voornamelijk uit splits. We hebben geen nieuwe reizen gepland staan en wachten af hoe de situatie zich ontwikkeld. Hier volgt een overzicht van de lijsten die we bijhouden.
Toy
Nieuw voor Nederland
- Steenarend
- Sardijnse Grasmus
- Jufferkraanvogel (moet nog aanvaard worden)
- Huisgierzwaluw
- Schreeuwarend
- Amerikaanse Zee-eend
- Oostelijke Vale Spotvogel (moet nog aanvaard worden)
- Renvogel
- Purperkoet (moet nog aanvaard worden)
Een overzicht van de lijsten die we bijhouden
- Levenslijst Nederland 469 soorten (stijging van 9 t.o.v. 2020)
- Levenslijst wereld 3757 soorten (stijging van 10 t.o.v. 2020)
- Totaal eeuwige maandlijst 3599 (stijging van 70 t.o.v. 2020)
- Jaarlijst 2021 345 soorten
Maartje
Nieuw voor Nederland
- Steenarend
- Sardijnse Grasmus
- Jufferkraanvogel (moet nog aanvaard worden)
- Huisgierzwaluw
- Schreeuwarend
- Amerikaanse Zee-eend
- Oostelijke Vale Spotvogel (moet nog aanvaard worden)
- Renvogel
- Purperkoet (moet nog aanvaard worden)
Een overzicht van de lijsten die we bijhouden
- Levenslijst Nederland 462 soorten (stijging van 9 t.o.v. 2020)
- Levenslijst wereld 4483 soorten (stijging van 9 t.o.v. 2020)
- Totaal eeuwige maandlijst 3565 (stijging van 75 t.o.v. 2020)
- Jaarlijst 2021 345 soorten