2024 had een zeer nat voorjaar. Met al het water wat er al gevallen was in 2023 maakte dat het overal erg nat was. Bij ons in De Maashorst waren vennen ontstaan die ik er nog nooit gezien had. Op onze telpost, Brobbelbies Noord, zwommen eenden en kon je Waterrallen horen, bizar. Door het natte voorjaar en overwegende noord en noordwesten wind was er op de telposten niet veel te beleven. Dit betekende niet dat het saai was, zeldzame soorten werden genoeg waargenomen. Ook het najaar was op onze telpost niet echt spectaculair, maar wat zeldzame soorten in Nederland betreft was het prima. Laten we starten met het overzicht van 2024.
Op 1 januari hielden we weer onze traditionele Nieuwjaars Big Day in de provincie Zeeland. Samen met Alwin en Donny stonden we weer met het eerste licht in de waterleidingbossen nabij Clinge in Zeeuws Vlaanderen. Bij vertrek uit Uden werd nog de eerste soort van 2024 genoteerd; een Roodborst. Het werd een top Big Day met ons nieuw persoonlijke record van 120 soorten! Leuke soorten zoals Zwarte Rotgans, Rosse Franjepoot, Parelduiker, Kwak, Koereiger, Middelste Bonte Specht, Smelleken, Grote Barmsijs en Sneeuwgors werden gezien. De 1 januari daglijst staat nu op 188! Een leuke film is hier te bekijken.
Op 2 januari werden een paar long stayers bezocht, Oosterse Tortel, Humes Bladkoning en Roze Spreeuw. Een IJsduiker werd op 4 januari bezocht bij de Kraaijenbergse Plassen en een heuse Taigaboomkruiper bij het Engelermeer in Den Bosch (de plek waar ik rond 1974 met vogelen ben begonnen). Op de terugweg naar Uden werd de Bonte Kraai in de polder bij Rosmalen bezocht die er ook afgelopen winter weer zat. Ook 5 januari gingen we weer op pad. De Siberische Waterpieper die er in 2023 zat was wederom aanwezig in dezelfde polder nabij Strijen. Hij telde ook voor de maandlijst dus we konden hem niet negeren. Het bleef niet bij de Waterpieper want we bezochten die dag ook de Dwergganzen in de buurt en reden daarna door naar een Waterspreeuw nabij Zoetermeer. Op de terugweg naar Uden werden nog 2 Pestvogels gedaan in Houten. 7 januari werd weer een dagje gevogeld met soorten zoals Witoogeend, Ringsnaveleend, Kleine Topper en Witbuikrotgans. Op 17 januari werden een Kleine Karekiet en een Temmincks Strandloper gemeld, mega maandsoorten. Op 18 januari stonden we vroeg op de dijk bij Enkhuizen waar de Kleine Karekiet snel gevonden werd, een filmpje is hier te bekijken. De Temmincks zat bij Callantsoog en was iets lastiger te vinden maar het was Maartje die hem uiteindelijk wist te vinden, ook hier is een filmpje van. 2 mega maandsoorten op 1 dag, dat gebeurt niet vaak meer. Op de terugweg naar Uden werd nog een Amerikaanse Smient in Woerden bezocht voor de jaarlijst. Een Siberische Tjiftjaf werd bij de Kraaijenbergse Plassen bezocht op 21 januari. Ook vonden we hier een Grote Zee-eend en een Kuifduiker. 29 januari vertrokken we naar Oman voor een korte reis tot 8 februari. Een leuke film van de trip is hier te zien. We sloten de maand af met 156 soorten voor de jaarlijst en 3 nieuwe maandsoorten. De maandlijst voor januari staat nu op 285 soorten.
10 februari gingen we er weer op uit voor de jaarlijst. Doelsoort was de Giervalk op Texel die tijdens onze vakantie was ontdekt. Ondanks de hele dag posten vonden we hem niet. Ter compensatie konden we nog wel Strandleeuwerik, Roodhalsgans en Oeverpieper voor de jaarlijst noteren. Op 17 februari werd een Bronskopeend bezocht nabij Zoetermeer. De eend zat op dezelfde plek als de Waterspreeuw in januari. Ook de Waterspreeuw zat er nog. Op de terugweg werden 3 Velduilen bezocht in de Nieuwe Dordtse Biesbosch. 24 februari hebben we nog gezocht naar de Temmincks Strandloper bij Callantsoog voor de maandlijst maar deze werd helaas niet gevonden. Een Kerkuil die we onderweg zagen telde voor de jaarlijst en zorgde nog voor enige compensatie. Op 28 februari werd een Witstuitbarmsijs bezocht in Blaricum. De vogel zat in een gemengde groep van Grote- en Kleine Barmsijzen. De Kleine Barmsijs telde ook nog voor de jaarlijst. Februari was een maand waarin we niet veel konden vogelen vanwege de vakantie maar ook waren we de keuken aan het verbouwen. We wisten de jaarlijst uit te breiden naar 165 soorten. Helaas geen nieuwe maandsoorten deze maand waardoor hij op 269 soorten blijft staan (dit is de slechtste maand voor mij).
Maart werd afgetrapt met een Zwartkoprietzanger nabij Wageningen, een mooie jaarsoort! Op de terugweg reden we naar de telpost op zoek naar de Klapekster die we niet vonden. De lokale Steenuil zat wel op zijn plek. Later die middag vlogen er nog 2 groepen Kraanvogels over het huis die voor de jaarlijst telde. 3 maart gingen we opnieuw naar de Maashorst voor de Klapekster die nu snel gevonden werd. 4 maart werd een Amerikaanse Wintertaling bezocht in Limburg voor de jaarlijst, de vogel telde ook nog voor de Limburg-lijst. Een Ross’ Gans met een Canadese ring zat de hele winter in België samen met een soortgenoot. De eerste Ross’ Gans met een bewijs van wilde herkomst. In maart verdween de vogel uit België en de verwachtingen waren hoog gespannen in Nederland. Op 9 maart werden de 2 Ross’ Ganzen teruggevonden nabij Tacozijl in Friesland. Er werd niet getwijfeld en we sprongen in de auto. Ongeveer anderhalf uur later zagen we de beide Ross’ Ganzen. Op de terugweg werd Zwolle nog aangedaan voor een Pallas’ Boszanger. Beide soorten telden natuurlijk voor de jaarlijst. Op 25 maart werd een Poelruiter ontdekt bij de Binnenveldse Hooilanden nabij Wageningen. De Poelruiter telde nog voor de maandlijst dus er werd niet getwijfeld. De vogel liet zich erg mooi bekijken op korte afstand. Ook telde hij nog voor de jaarlijst. Net voordat we terug in Uden waren werd op dezelfde plek een Steppekievit ontdekt, een goede jaarsoort. De volgende dag gingen we dus terug en zowel de Steppekievit als de Poelruiter zaten er nog. Op 30 maart reden we naar Zeeuws Vlaanderen voor een Grote Grijze Snip die nog voor de maand- en jaarlijst telde. De vogel werd snel gevonden maar zat wel op enige afstand. We sloten maart af met 189 soorten voor de jaarlijst. De maandlijst groeide met 2 soorten die nu op 289 staat.
Op 1 april werd een Taigarietgans bezocht nabij Stadskanaal. De vogel telde voor de maand- en jaarlijst. Vanwege het mooie weer werd diezelfde middag in onze tuin doorgebracht. Niet zonder succes want op grote hoogte werd een slanke kiek ontdekt die sterk deed denken aan een Steppekiekendief. Foto’s wezen uit dat het inderdaad een tweede kalenderjaar vrouw Steppekiekendief was. Een Boerenzwaluw konden we ook nog voor de jaarlijst noteren. 6 april brachten we door op de Kamperhoek. Het werd een leuke dag met flink wat trek. Leukste soorten waren Beflijster, Purperreiger en Zeearend. Een overzicht van de complete telling is hier te vinden. 18 april reden we naar de provincie Zeeland voor een Grauwe Franjepoot die nog voor mijn maandlijst telde, Maartje had hem al. De Grauwe Franjepoot werd snel gevonden, de Franjepoot telde ook nog voor de jaarlijst. Op dezelfde plek werden ook nog een Strandplevier en een Witwangstern voor de jaarlijst bijgeschreven. Op 29 april waren we te vinden op het Dwingelderveld voor een gemelde Slangenarend die nog voor de maandlijst telde. De Slangenarend werd helaas niet gevonden maar een Zwarte Ooievaar en een voorbij vliegende Grauwe Kiekendief werden gretig voor de jaarlijst genoteerd. Op 30 april stonden we op de telpost Breskens, een mooie lentedag met zuidoosten wind. Er vlogen leuke aantallen vogels maar echte knallers kwamen er niet over. Toch werden leuke soorten zoals Reuzenstern, Kwak, Hop, Wielewaal en Grote Karekiet gezien. De jaarlijst werd met 11 soorten uitgebreid, een compleet overzicht van de telling is hier te zien. April eindigde met 244 soorten voor de jaarlijst. Aan de maandlijst werden 2 soorten toegevoegd die nu op 342 staat.
1 mei begonnen we op Texel met een Pestvogel die nog telde voor de maandlijst. Een Morinelplevier en Noordse Stern die ook op het eiland zaten pikten we mee voor de jaarlijst. 2 mei werd een baltsende Porseleinhoen gemeld in de Maashorst, een mega regio soortje. We moesten best lang wachten maar uiteindelijk begon het hoentje te roepen. 5 mei zaten we in het puntje van Zuid-Limburg voor een Iberische Tjiftjaf. De vogel werd eenvoudig gevonden. 6 mei zaten we aan de andere kant van Nederland op Texel. Een Kuifkoekoek die nog voor de maandlijst telde werd bezocht. De Kuifkoekoek zat weliswaar op grote afstand toen we hem vonden, maar met de telescoop konden we hem toch leuk bekijken. 9 mei werd een Izabeltapuit gevonden nabij Wageningen, een goede maandsoort. We reden er meteen heen en na een korte wandeltocht konden we hem prachtig bekijken en fotograferen. 17 mei reden we naar Friesland voor de jaarlijkse Top of Holland dag. Onderweg werd een Noordse Nachtegaal bezocht in Arnhem. We bezochten ook het Drents-Friese-Wold waar we 3 Draaihalzen vonden. De Ezumakeeg werd daarna bezocht, hier vonden we een Gestreepte Strandloper. We sliepen die avond weer bij mijn tante in Oudwoude. De volgende dag om 1 uur in de ochtend startten we samen met Alwin de ToH. Het werd een geweldige dag met niet minder dan 150 soorten waaronder 10 nieuwe voor de jaarlijst! Een leuk filmpje is hier te bekijken. Diezelfde avond sliepen we weer in Oudwoude. Voordat we de volgende dag weer terug naar Uden reden werden nog een Krekelzanger en een Bijeneter bezocht, beide soorten telden nog voor de jaarlijst. Op 21 mei werd een Orpheusspotvogel bezocht nabij Tilburg, de vogel liet zich erg mooi bekijken en zong voluit. Een Roodkopklauwier werd bezocht op 22 mei op de Veluwe. 25 mei gingen we op pad voor een Vale Gier die gemeld was in de buurt van Leende. We moesten flink zoeken maar uiteindelijk zagen we de Vale Gier vliegen. Een Blonde Ruiter werd bezocht op 26 mei in het Harderbroek nabij Zeewolde, de vogel telde voor de jaarlijst. Eind mei stond de jaarlijst op 275 soorten, het was een beste maand geweest. Voor de maandlijst wist ik 3 nieuwe te scoren waardoor het maandaantal nu op 349 soorten staat!
Op 31 mei werd een Grote Tafeleend ontdekt in de Nieuwe Driemanspolder nabij Zoetermeer. Een nieuwe soort voor Nederland! Enige terughoudendheid was er wel omdat het een eend betrof, maar de vogel zag er goed uit en vertoonde geen tekenen van gevangenschap. Op 1 juni bezochten wij de Grote Tafeleend die er gelukkig nog zat. De vogel is inmiddels aanvaard door de CDNA. De eerste nieuwe soort voor onze Nederlandse lijst dit jaar. De Woudaapjes die in de regio zaten werden ook bezocht voor de jaarlijst. 3 juni reden we naar de Workumerwaard voor een Kleine Topper die nog voor de maandlijst telde. We moesten een paar uur zoeken maar konden uiteindelijk de vogel bijschrijven voor de maandlijst. Op de terugweg werd een Amerikaanse Wintertaling bezocht voor de maandlijst van Maartje. Een Ralreiger in de Kampina werd bezocht op 5 juni. 8 juni reden we naar het Oostvoorne Meer voor een Roodmus. De vogel liet zich van korte afstand prachtig bekijken. 9 juni zaten we weer in Friesland. Nu voor een Struikrietzanger en een Klein Waterhoen, beide soorten telden voor de jaarlijst. Na een jaar van afwezigheid zat er weer een Dougalls Stern in De Putten bij Camperduin. We bezochten de vogel op 15 juni. De derde poging voor een Kleinst Waterhoen werd beloond op 22 juni. Een baltsende vogel werd gehoord nabij Montfort. De jaarlijst stond eind juni op 285 soorten. De maandlijst was gegroeid met 2 soorten tot 307.
1 juli werd afgetrapt met een Blauwvleugeltaling in het Lauwersmeer die nog telde voor de maand- en jaarlijst. Een melding van een Koperwiek voorzien van een foto in de Beemster konden we niet negeren. Van het Lauwersmeer reden we via de Afsluitdijk naar het Noord-Hollandse plaatsje. We moesten lang zoeken en gaven het bijna op toen Maartje de Koperwiek zag zitten onder een bestelbusje. Een mega maandsoort! We hoopte dat de vogel het zou volhouden tot augustus maar we kregen 2 weken later bericht dat hij dood gevonden was. Een Scharrelaar in de Meinweg in de provincie Limburg werd bezocht op 3 juli. We moesten 3.7 kilometer lopen om bij aankomst te horen dat de Scharrelaar weggevlogen was. We bleven echter posten in de hoop dat hij terug zou keren. Ongeveer een uur later werd de vogel teruggevonden. Op 17 juli stonden we op de telpost toen er een Groene Bijeneter gemeld werd. Een nieuwe soort voor onze Nederlandse lijst! De vogel zat in de Amsterdamse Waterleidingduinen en zou zijn weggevlogen. We besloten nog niet te gaan rijden. Niet veel later werd hij weer teruggevonden. Er werd nog getwijfeld maar uiteindelijk besloten we toch te gaan rijden. Tijdens de rit werd duidelijk dat de vogel redelijk steady ter plaatse zat. Het werd een nerveuze rit en toen we eindelijk een parkeerplek vonden moesten we nog 10 minuten lopen door het duingebied. Bij het oplopen van de duin waar de vogel gezien werd hoorde ik roepen: Hij vliegt!! Op de duintop werd ik op de Groene Bijeneter gewezen wat een Boerenzwaluw bleek te zijn🤬. Maartje had meer geluk en zag de vogel nog vliegen. De moed zakte een beetje in mijn schoenen, zeker omdat ik eerder al 2 Groene Bijeneters dipte op een paar minuten. We bleven op de duin staan wachten in de hoop dat de vogel terug zou keren. Na ongeveer 3 kwartier, die een oneindigheid leken, keerde de Groene Bijeneter terug. Ik kon zelfs een paar plaatjes maken. De tweede nieuwe soort voor onze Nederlandse lijst dit jaar was een feit. Op 20 juli werd een Amerikaanse Smient bezocht in de Kwade Hoek, de Smient telde nog voor de maandlijst. 25 juli reden we naar het Hunzedal in Drenthe. Hier was een Smelleken gemeld, de waarneming was voorzien van een foto. Voor ons reden genoeg om een poging te gaan wagen. Ik moet het Smelleken alleen nog in de maand juli, Maartje heeft de vogel in alle maanden van het jaar. Onderweg naar het Hunzedal werden eerst de Lachsterns bezocht bij Nieuwe Pekela. De Lachsterns zitten hier ieder jaar rond deze tijd en ze telden nog voor de jaarlijst. Bij het Hunzedal werd de hele dag tevergeefs gepost voor het Smelleken. Op 31 juli werd een Indische Kievit gemeld nabij Oostkapelle in de provincie Zeeland. Wederom een nieuwe soort voor onze Nederlandse lijst! Er werd niet getwijfeld en binnen 5 minuten zaten we in de auto voor de rit van ruim anderhalf uur. De vogel zat in een niet toegankelijk gebied maar kon vanaf de openbare weg goed gezien worden. Tijdens de rit werd de vogel regelmatig gemeld, hij leek dus redelijk steady aanwezig te zijn. De parkeerplaats was vlakbij de vogel en we waren erg blij toen ook wij de Indische Kievit in beeld kregen. De derde nieuwe Nederlandse soort van dit jaar stond op de lijst! De jaarlijst stond met de Indische Kievit op 290 soorten. Voor de maandlijst wist ik maar liefst 6 nieuwe bij te schrijven, dat was best lang geleden. De juli-lijst staat nu op 301 soorten.
1 augustus reden we weer naar Oostkapelle in de hoop dat de Indische Kievit er nog zou zitten. Dat bleek het geval en een goede maandsoort was hiermee genoteerd. Een Waterrietzanger werd bezocht op 5 augustus in de polder van Arkemheen. 6 augustus werden we getrakteerd op een Slangenarend en 2 Zwarte Ooievaars op onze telpost, de Brobbelbies Noord. Op 17 augustus reden we naar Holwerd waar een Alaskastrandloper gemeld was. De vogel liet zich erg leuk bekijken. Op 20 augustus werd een gemelde Sperwergrasmus bezocht bij de telpost Loozerheide. De vogel telde voor de jaar- en Limburg-lijst. Ook werden hier 3 overvliegende Duinpiepers gezien die tevens voor de jaarlijst telden. Op 24 augustus reden we naar Aijen voor een Witvleugelstern die nog telde voor de jaar- en Limburg-lijst. Er werd veel tijd doorgebracht op onze telpost in de maand augustus wat weer de nodige Duinpiepers, Zwarte Ooievaars en Morinelplevieren opleverde. Op 28 augustus zagen we hier ook onze enige Ortolaan van 2024. Op 31 augustus stond de jaarlijst op 296 soorten. De Indische Kievit was de enige maandsoort, de augustus-lijst staat nu op 304 soorten.
September startte op de eerste met een Roodpootvalk op onze telpost. Er zouden er nog 8 volgen met als hoogtepunt 4 op één dag. De volgende dag stond ik weer op de telpost toen er een Veldrietzanger gemeld werd in Zijpe. De vogel was kort gezien maar er waren goede foto’s gemaakt dus de determinatie was zeker. De vogel was weer snel verdwenen dus we reden nog niet naar Zijpe. De Veldrietzanger reageerde op een afgespeelde tape en er werd afgesproken dat er om de drie kwartier een tape afgespeeld zou worden. Dit leek te werken dus we moesten naar Zijpe voor deze nieuwe soort voor onze Nederlandse lijst. 10 minuten voordat er weer een tape gespeeld zou worden waren we op de locatie aanwezig waar nu al vele vogelaars aanwezig waren. De tape werd afgespeeld en het duurde even maar de Veldrietzanger liet zich mooi zien en er konden zelfs foto’s gemaakt worden. Onze vierde nieuwe soort voor de Nederlandse lijst was binnen. 6 september werd een Kleine Klapekster ontdekt nabij Tilburg, een nieuwe soort voor mijn Brabant-lijst. We reden onmiddellijk naar Huis ter Heide waar de vogel gezien werd. We moesten een flink stuk wandelen maar zagen de Kleine Klapekster mooi zitten op afstand. We vonden hier ook nog een Roodpootvalk en een Visarend. De Kleine Klapekster telde ook nog voor de jaarlijst. Op 12 september stond er een stevige noordwesten wind, we moesten dus naar Westkapelle. Het werd een leuke dag met onder andere Grote-, Kleine-, Middelste-, en Kleinste Jager, Noordse Stormvogel en Noordse Pijlstormvogel. Kijk hier voor een compleet overzicht van de telling. 15 september reden we naar het Vogelmeer in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Hier zaten een Kleine Topper en een Ringsnaveleend die beiden nog telden voor de maandlijst. De Kleine Topper werd snel gevonden maar voor de Ringsnaveleend moest meer moeite gedaan worden. Een Zwarte Ibis en een Gestreepte Strandloper werden op 20 september bezocht nabij Elst, de Zwarte Ibis telde nog voor de jaarlijst. Op 21 september werd op de telpost een Grote Pieper bijgeschreven voor de jaarlijst. Op 28 september stond er weer een flinke noordwesten wind, we waren dus weer op Westkapelle te vinden. Nieuwe soorten voor de jaarlijst waren Grauwe Pijlstormvogel, Zeekoet en IJsgors. Een compleet overzicht van de telling is hier te vinden. Eind september stond de jaarlijst op 310 soorten. De maandlijst was gegroeid met 3 soorten en staat nu op 323 soorten.
Op 2 oktober reden we weer naar het Vogelmeer waar de Kleine Topper en Ringsnaveleend nog steeds aanwezig waren. Beiden soorten telden nog voor de maandlijst en ze werden snel gevonden. We hebben de Kleine Topper nu in alle maanden van het jaar. Op 5 oktober rond 15.00 uur werd een Roetvliegenvanger (Dark-sided Flycatcher) gemeld in het duingebied nabij Wassenaar. Een nieuwe soort voor Nederland en pas de derde voor de Western Palearctic! Er werd niet getwijfeld en we sprongen meteen in de auto voor de rit die normaal iets meer dan een uur duurt voor ons. Dat was nu niet het geval, door wegwerkzaamheden en ongelukken stonden er veel files en de rit duurde bijna 2 uur. De Roetvliegenvanger werd echter regelmatig gezien en leek redelijk steady te zijn. Eindelijk kwamen we aan op de parkeerplaats die vol bleek te zijn. De auto werd in de berm geparkeerd en we liepen naar de plek waar hij op dat moment nog gezien werd. We kwamen te laat want de vogel was net uit beeld verdwenen. Hij komt wel terug werd ons verzekerd, maar het duurde zeker 3 spannende kwartieren voordat de Roetvliegenvanger op een andere plek 300 meter verder teruggevonden werd. Hij liet zich nu wel mooi zien en ik kon zelfs een leuk filmpje maken wat hier te bekijken is. De Roetvliegenvanger is onze vijfde nieuwe soort voor de Nederlandse lijst dit jaar! Het was weer tijd voor het jaarlijkse Dutch Birding Weekend en we vertrokken op 11 oktober naar Texel. Onderweg probeerden we een Bosgors in de duinen nabij Heemstede die er al de hele week zat. De Bosgors leek verdwenen te zijn maar een overvliegende roepende Roodkeelpieper werd gretig genoteerd voor de jaarlijst. Helaas mistte Maartje de Roodkeelpieper. Op Texel zaten al een paar leuke soorten zoals Roze Spreeuw, Grote Grijze Snip en een Amerikaanse Goudplevier die nog voor de jaarlijst telde. De volgende ochtend werd een flinke wandeling gemaakt. Er was nauwelijks trek en er waren ook niet veel vogels binnengevallen de afgelopen nacht. Een Grote Pieper maakte de wandeling nog enigszins de moeite waard, het was pas mijn eerste voor het eiland. Later op de middag werden nog 2 Bladkoningen gevonden, de Bladkoning telde nog voor de jaarlijst. Een Sperwergrasmus die er al een tijdje zat werd bezocht en liet zich fraai bekijken en fotograferen. Op zondag waaide het hard maar dat leverde wel een Vaal Stormvogeltje op voor de jaarlijst. We bleven tot maandag en dat leverde nog een Woestijntapuit op die nog telde voor de jaarlijst en mijn Texel-lijst. Mijn Texel-lijst groeide met 3 naar 306 soorten! Op 21 oktober reden we naar Bergen op Zoom na een tip van een Oeverpieper. De Oeverpieper ontbrak nog op de Brabant-lijst. Samen met Siem Dijsselbloem vonden we de Oeverpieper. De Brabant-lijst stond nu op 313 soorten. De jaarlijst stond eind oktober op 316 soorten. De maandlijst was met 3 nieuwe gegroeid naar 345 soorten!
Op 1 november staan we vroeg in de ochtend in de polder bij Eemnes. We zoeken hier naar een Kleine Karekiet die op 31 oktober nog gezien was. We moesten even zoeken maar konden uiteindelijk de vogel diverse malen zien vliegen, er waren helaas geen foto kansen. De Kleine Karekiet telde nog voor onze maandlijst. Op 3 november reden naar het Noordhollands Duinreservaat nabij Heemskerk. Doel was een Daurische Klauwier die nog telde voor de jaar- en maandlijst. De klauwier werd redelijk snel gevonden maar zat continu erg ver. In Duitsland werd vlakbij de grens een Canadese Kraanvogel gevonden. De vogel bleek er al een tijdje te zitten. Op 7 november deden we een tevergeefs een poging. We gingen de volgende dag terug en nu vonden we de vogel vrij eenvoudig op een akker tussen de gewone Kraanvogels. De Canadese Kraanvogel telde nog voor onze wereldlijst. Op de terugweg naar Uden werd een Amerikaanse Smient gemeld in de polder bij Drunen. De Amerikaanse Smient is nieuw voor mijn Brabant-lijst. Er werd dus niet getwijfeld en we reden meteen door naar Drunen waar de Smient snel gevonden werd. De volgende dag reden we naar de kop van Noord-Holland voor een Gestreepte Strandloper die nog telde voor de maandlijst. Onderweg kregen we bericht van Henk Schut dat hij de vogel in beeld had. Hij bleef wachten op ons zodat we maar aan hoefde te schuiven. De rest van de maand werd op de telpost doorgebracht. Tenminste als het weer het toeliet, er was veel regen en mist. Op 30 november werd het telseizoen afgesloten. De teller voor de jaarlijst stond op 317 soorten. De maandlijst was met 4 soorten gegroeid naar 303 soorten.
December startte met een grauwe regenachtige dag. Dit zou de rest van de maand niet veel anders worden. Er was ook niet echt veel te beleven op vogelgebied. Op 12 december reden we naar Friesland voor 2 dagen. Doelsoorten waren Grauwe Gors, Frater en Ruigpootbuizerd. Ook nu was het geen best weer. Na 2 dagen zoeken konden we alleen een groepje Fraters noteren. Op 29 december probeerden we nog een paar jaarsoorten te scoren. Een Dwergaalscholver in Flevoland werkte mee al zagen we hem maar kort overvliegen. Een Siberische Taling in Heerhugowaard werkte niet mee en ook een Kuifaalscholver bij de Pier van IJmuiden kon niet gevonden worden. Hiermee kwam ons vogeljaar 2024 tot een einde. Geen nieuwe maandsoorten in december, de lijst bleef staan op 279 soorten. De jaarlijst is geëindigd op 319 soorten.
Dit is het 19de jaar dat ik meer dan 300 soorten in een jaar wist te behalen. Dit jaar hoop ik de 20 vol te mogen maken. Het was best een redelijk goed jaar te noemen met 5 nieuwe voor zowel Maartjes als mijn Nederlandse lijst. De eeuwige maandlijst steeg met 29 soorten wat niet verkeerd is. Op de telposten viel het echter tegen dit jaar en ook de zeetrek was minimaal. Zo gezegd gaan we dit jaar weer voor de 300 soorten en we gaan weer op reis. Hier volgen de overzichten van de lijstjes die we bijhouden.
Toy
Nieuw voor Nederland
- Grote Tafeleend
- Groene Bijeneter
- Indische Kievit
- Veldrietzanger
- Roetvliegenvanger
Een overzicht van de lijsten die we bijhouden
- Levenslijst Nederland 475 soorten (stijging van 5 t.o.v. 2023)
- Levenslijst wereld 3893 soorten (stijging van 68 t.o.v. 2023)
- Totaal eeuwige maandlijst 3696 (stijging van 28 t.o.v. 2023)
- Jaarlijst 2024 319 soorten
Maartje
Nieuw voor Nederland
- Grote Tafeleend
- Groene Bijeneter
- Indische Kievit
- Veldrietzanger
- Roetvliegenvanger
Een overzicht van de lijsten die we bijhouden
- Levenslijst Nederland 469 soorten (stijging van 5 t.o.v. 2023)
- Levenslijst wereld 4596 soorten (stijging van 49 t.o.v. 2023)
- Totaal eeuwige maandlijst 3667 (stijging van 31 t.o.v. 2023)
- Jaarlijst 2024 317 soorten