In Fochteloërveen zit al sinds augustus een afwijkende Klapekster die wel eens tot een ondersoort van onze Klapekster kan behoren. Het gaat waarschijnlijk om een Taigaklepekster (Lanius excubitor homeyeri). Reden genoeg om dit te combineren met een bezoek aan het Lauwersmeer.
Niet al te vroeg om 6.45 haalde ik Thijs Fijen op in Wageningen en reed daarna door naar de bekende pomp voorbij Zwolle waar we Alwin op pikte. Om half negen reden we Fochteloërveen in en ontdekten meteen 2 Kraanvogels in een veld. Dit was een goed begin mede omdat ik de Kraanvogel nog moest voor de maandlijst. We reden verder en een melding kwam binnen dat de Klapekster gezien was. Niet lang daarna parkeerden we de auto en gingen te voet verder. Overal zaten erg veel Graspiepers, een teken dat de trek goed op gang begint te komen. In de verte zagen we Enno Ebels en Martin Olthoff staan, zij hadden de vogel gezien maar deze was uit het beeld verdwenen.
We besloten te wachten totdat de vogel zich weer liet zien. Na ongeveer een uur zat de Klapekster plotseling weer in de struik waar hij eerder deze ochtend gezien was. Hij was duidelijk lichter dan onze Klapekster en toen de vogel laag ging zitten leek het wel of we naar een Blonde Tapuit stonden te kijken. Gelukkig kon ik wat bewijsplaten maken die we nog voor een verdere determinatie kunnen gebruiken. We richten nu onze aandacht op de Slangenarenden die hier al een tijdje gemeld worden. Het begon te regenen dus onze kansen leken verkeken, wel zagen we nog 5 Wespendieven. De vogels hebben hier waarschijnlijk overnacht en trokken verder richting het zuiden. De Slangenarenden werden niet meer gevonden.
We reden verder naar het Lauwersmeer waar we starten in de Ezumakeeg Noord. Het wemelde hier van de diverse Eenden soorten. Er zat al een opvallend aantal Pijlstaarten. Er vlogen veel Zwarte Sternen en er werd tevergeefs gezocht naar de Witvleugelstern die hier al een tijdje gemeld is. Een Reuzenstern vliegt voorbij. Het begint te regenen dus we rijden naar de hut in de Ezumakeeg Zuid. Hier kan ik een Zomertaling bijschrijven voor de maandlijst. Ook hier ontzettend veel Eenden. Op wat Kleine Strandlopers en Kemphanen na valt hier niet veel te zien. Het word droog en we rijden terug naar de noordelijke Keeg voor een tweede poging voor de Witvleugelstern. Ook nu word deze niet gevonden. In de Bantpolder is een Zwarte Ibis gemeld en deze word snel gevonden, ook zit hier een mooie adulte Slechtvalk. In de jachthaven vinden we een Zwarte Roodstaart en in de Zeehaven zien we er nog 5. We drinken een kop koffie in Schierzicht voordat we verder rijden naar de Vlinderbalg.
Omstreeks 3 uur komen we aan bij de Vlinderbalg en zien hier 6 Casarca’s. De hut bij het Jaap Deensgat is de volgende bestemming. Hier vinden we nog zeker 50 meer Casarca’s. Een Sneeuwgans staat tussen de vele Grauwe Ganzen. Erg leuk was een Noordse Kwikstaart die voor de hut zat. Verscheidene Watersnippen zaten op korte afstand van de hut en vormen een leuke foto kans. Mark de Vries belt ons en meld 3 Breedbekstrandlopers die in de Breebaardpolder gezien worden. Voor mij is dit nog een nieuwe voor de jaarlijst dus we rijden onmiddellijk die kant op. Na een rit van 70 km staan we in de hut en kijken uit over de plas die vol staat met Zwarte Ruiters en Bonte Strandlopers. De Bontjes zijn erg onrustig en vliegen vaak op wat een prachtig schouwspel is. Helaas, ook na 3 uur zoeken, worden de Breedbekstrandlopers niet gevonden.
We rijden terug naar huis en eten onderweg nog iets. Het is een leuke dag geworden met maar liefst 103 soorten. Niet verkeerd voor de tijd van het jaar.