Zaterdag avond laat kwam een melding via internet binnen van een Klein Waterhoen in de Flevopolder. De vogel was de hele dag te zien en was ook op de foto gezet. Plannen werden gemaakt om al vroeg in de ochtend aanwezig te zien op de gemelde plek.
Zondag ochtend om 4 uur (ja om 4 uur!!) vertrok ik uit Uden. Het Klein Waterhoen zat vlak bij Almere in natuurgebied de Natte Graslanden waar hij vanuit een schuilhut te zien was. onderweg werd gestopt voor diesel en koffie en rond 5 uur parkeerde ik de auto bij een fietspad wat naar kijkhut leidde. Het was nog volledig donker en het was geen overbodige luxe dat ik een zaklamp had meegenomen. Na een kwartier lopen kwam ik aan bij de hut en er was nog niemand aanwezig. Het was volle maan en er was voldoende licht om kort rondom de hut te kunnen kijken. Een Klein Waterhoen was nog niet te zien. Wel waren de schimmen zichtbaar van enkele Krak- en Kuifeenden. De Krakeenden vertoonden al weer tekenen van baltsgedrag.
Na een half uur kreeg ik gezelschap van Charles Martens en zijn zoon, ook voor hen was het een nieuwe soort. Voor de kijkhut gebeurde nog weinig wat geen prettig gevoel was. Aan de horizon was duidelijk te zien dat het niet lang meer zou duren voordat de zon zou opkomen. Charles liep even de hut uit en vrijwel meteen daarna verscheen het Klein Waterhoen uit het riet. Snel werd Charles terug geroepen en met zijn drieën konden we nu duidelijk de vogel zien. Opgewonden werd de vogel doorgepiept op het internet. De eerste zonnestralen braken door en de hut vulde zich snel met meer vogelaars. Ondanks het tegenlicht kon ik een aantal leuke foto’s maken. Alwin en Thijs waren nu ook gearriveerd maar het Hoentje was even uit beeld. Het duurde echter niet lang voordat de vogel zich opnieuw liet zien.
Na voldoende foto’s verlieten we de hut en besloten een poging te wagen voor het Woudaapje wat al een tijdje te zien was in hetzelfde gebied. We wachtten hier zeker 3 kwartier maar op een paar Baardmannetjes na werd niets gezien. Na wat overleg besloten we maar Fochteloërveen te rijden. Mark de Vries sloot zich bij ons aan en met zijn vieren reden we verder. Doel waren de 3 Slangenarenden die hier al een tijd rondhingen. Onderweg werd nog een stop ingelast voor koffie en rond 11 uur werd de auto geparkeerd en liepen we het gebied in. Het was prachtig weer maar het buienradar voorspelde niet veel goeds. In de verte werden 2 Slangenarenden ontdekt en de vogels konden mooi bekeken worden. Een van de vogels kwam redelijk dichtbij en er konden leuke foto’s gemaakt worden. Het buienradar loog niet en de eerste druppels werden gevoeld. We snelden terug naar de auto en reden verder naar het Lauwersmeer.
We begonnen in de Keeg maar een melding van een Steppekiekendief in de Bandpolder kon niet genegeerd worden. We konden de vogel helaas niet gevonden krijgen en het begon nu flink te regenen. In de regen vonden we de Zwarte Ibis die er al even zit. Het zag ernaar uit dat het niet meer droog zou worden. Bij de kazerne waren 6 Grauwe Franjepoten gemeld die we nog wilden doen. Helaas bleken de vogels niet meer aanwezig te zijn. Het was een mooie dag geworden met een nieuwe voor Nederland.