Januari staat meestal in het teken om de jaarlijst een goede start te geven. Vrijwel ieder jaar zijn er wel zeldzame vogels achtergebleven die we dan bezoeken. Dit geld ook voor de Zwartbuikwaterspreeuw die alweer een tijdje in de Amsterdamse Waterleidingduinen zit. We kunnen dit mooi combineren met een rondje Noord Holland.
Met een goed gevulde auto, Luuk Wassenberg, Koen Rovers, Thijs Fijen en Jan Verhoeven, vertrekken we om 7 uur uit Uden. Alwin zouden we ontmoeten bij een pompstation langs de A9 waar ook de gebruikelijke kop koffie werd gedronken. Iets later dan gepland kwamen we aan bij de pomp waarna we met 2 auto’s verder reden naar de Waterleidingduinen. Bij het oprijden van het parkeer terrein was het al goed licht geworden. Het was hier al flink druk met trimmers en de parkeerplaats stroomde snel vol met auto’s. Na het kopen van een kaartje scoorde we snel een Glanskop wat weer een nieuwe soort voor het jaar is. De Waterspreeuw zat nog op dezelfde plek waar we hem in december zagen. Dit was een korte wandeling en bij aankomst zat de vogel voluit te zingen. Er werden een paar foto’s gemaakt en we wandelden verder. We konden onderweg een aantal soorten aan de daglijst toevoegen met 2 nieuwe voor het jaar: Kuifmees en Boomklever.
Volgende bestemming werd de Hondsbossche Zeewering. Hier wilden we een uurtje over zee uit kijken. Dit bleek geen slechte keuze want de vogels vlogen goed. Goede aantallen Futen vlogen allen richting noord. Regelmatig werden Roodkeelduikers gezien. Een groepje van 5 Paarse Strandlopers vloog voorbij. Aan de horizon werden enkele Jan-van-Genten opgemerkt en 2 Zeekoeten konden worden genoteerd, beide nieuwe soorten. Een groepje van 6 Witbuikrotganzen vloog richting noord. Na een uur hadden we het wel gezien en gingen we verder. In de Pettemerpolder vonden we een grote groep van tenminste 100 Witbuikrotganzen. 6 Goudplevieren werden ontdekt en deze zijn nieuw voor het jaar. In Julianadorp wisten we een roestplaats voor Ransuilen en hier werden snel 4 vogels gevonden.
We reden verder naar de Polder Waard-Nieuwland. Hier vonden we een Ruigpootbuizerd en een Havik. Een Slechtvalk zat te rusten op een paal. Een stukje verder werd een Casarca op de lijst bijgeschreven. Volgende stop was de haven van Den Oever. In de haven vonden we een mannetje Krooneend, voor dit gebied een zeldzame soort en we waarschuwden de lokale vogelaars. Ook zat hier een vrouwtje Topper en dit leverde leuke plaatjes op, mijn eerste van een Topper. We liepen de pier af op zoek naar een eerder gemelde Velduil maar deze konden we niet vinden. Terug in de haven konden we nog een Grote Zaagbek bijschrijven en er waren al enkele lokale vogelaars aanwezig voor de Krooneend. We reden verder naar de Noordijkerweg maar op een groep Toendrarietganzen met daar tussen enkele Kleine Rietganzen na was hier verder niet veel te zien.
Vlakbij Hoorn was een Bonte Kraai gemeld en dit werd de volgende bestemming. Het werd een flinke rit met op het eind een modderige pad. Hier zat de Bonte Kraai op afstand. Het licht begon al flink af te nemen en we besloten om richting Uden te rijden. In de auto werd de daglijst opgemaakt. 91 soorten voor de daglijst met 15 nieuwe voor het jaar zodat ik nu op 120 soorten sta.