Een nieuw jaar en we hebben ons voorgenomen om dit goed in te zetten wat vogels betreft. Er zitten een aantal leuke soorten in Nederland en op basis hiervan werden de plannen gemaakt voor de komende drie dagen.
Op 1 januari begonnen we met het eerste licht in de Keent. Tijdens de auto inladen werd een zingende Koolmees gehoord. De eerste soort voor 2021 stond op de lijst. In de Keent zit een Kleine Plevier en deze soort is in januari nog niet eerder in Nederland waargenomen en daarom een must voor de maandlijst. We werden getrakteerd op een mooie zonsopkomst en de Kleine Plevier werd vrij snel gevonden door Maartje. We keken hier nog een tijdje rond en naast wat algemenere soorten zagen we nog een Waterpieper en een Pontische Meeuw. We verlieten de Keent rond 9.15 uur en er stonden 35 soorten op de lijst.
We reden nu naar Utrecht waar al een tijdje een Zwartkeellijster rondhangt. Een leuke soort voor de jaarlijst en tevens een nieuwe soort voor mijn 1 januari-lijst die ik bijhoud. Onderweg naar Utrecht zagen we nog een Sperwer en 2 Ooievaars. Tijdens het zoeken naar de Zwartkeellijster vond Maartje een IJsvogel die zich leuk liet fotograferen. Niet veel later vond ik de Zwartkeellijster in een bessenboom. De vogel was erg vliegerig maar het lukte toch om een paar foto's te maken. We reden nu naar Geldermalsen. Hier zit al een tijdje een Humes Bladkoning. Bij aankomst werd de vogel meteen gevonden dankzij zijn roep. Er konden leuke platen gemaakt worden. Dit was rond 11.30 uur en we lagen ver voor op ons schema.
De volgende soort die we wilden proberen was een Bonte Kraai die in de omgeving van Lith zit. De Bonte Kraai liet zich eenvoudig vinden en als bonus zagen we op dezelfde lokatie nog 6 Patrijzen. Volgende stop was onze telpost "De Brobbelbies Noord". Doel was een Klapekster die we daar helaas niet vonden. Wel leuk waren 2 Raven die luid roepend overvlogen. Een baltsende Zwarte Specht wilde ook graag op de lijst. We reden naar het begrazingsgebied in de Maashorst maar ook hier konden we geen Klapekster gevonden krijgen. De gebruikelijke Steenuil zat wel netjes op zijn plekje. We reden nu naar Veghel waar in de Zuid-Willemsvaart gezocht werd naar een Witoogeend die helaas niet aanwezig was. We sloten de dag af bij de waterzuivering nabij Vorstenbosch. Hier vonden we een Tjiftjaf en een Grote gele Kwikstaart. Thuis tijdens het uitladen van de auto vloog er nog een Groenling over. Die zette de daglijst op 70 soorten, de kop is eraf voor 2021. Mijn 1 januari-lijst is gegroeid naar 182 soorten, ook niet verkeerd.
2 januari werd wederom begonnen met een soort die telt voor de maandlijst. We reden naar Nieuwvliet-Bad in Zeeuws Vlaanderen. Hier zoeken we naar de Graszanger in de Zwarte Polder. Onderweg zien we een Kerkuil die we graag noteren voor de jaarlijst, het is tevens mijn eerste voor de provincie Zeeland. Eenmaal op de dijk bij Nieuwvliet-Bad vinden we na ongeveer een kwartier zoeken 3 Graszangers. We rijden via de Scheldetunnel naar Ritthem waar we op zoek gaan naar een gemelde Rosse Franjepoot. Deze konden we helaas niet vinden, maar we vonden hier wel een Witbuikrotgans. Bij Westkapelle in het Noordervroon zaten ook 2 Rosse Franjepoten en deze waren nog aanwezig bij aankomst en lieten zich leuk op de foto zetten. Een ritje over de zeedijk leverde een aantal Drieteenmeeuwen op, een soort die we niet hadden in 2020. We reden nu via de Oosterscheldekering naar de Schouwen-Duivenland. Onderweg zien we nog een Zwarte Ruiter en een Kleine Zilverreiger. Een Zwarte Rotgans wordt redelijk eenvoudig gevonden. We wilden nu doorrijden naar Zonnemaire, maar een appje met een melding van een Gele Kwikstaart veranderde onze bestemming. De Gele Kwikstaart zat op ongeveer 22 kilometer rijden en is een megaatje voor de maandlijst. We moesten een half uur zoeken maar we vonden de Gele Kwikstaart tussen een groep van ongeveer 50 Witte Kwikken. De Wilde- en Kleine Zwanen bij Zonnemaire werden ook snel gevonden en we reden nu door naar de Brouwersdam.
We arriveerden rond 14.30 uur bij de Brouwersdam en vonden als eerste 2 Kuifaalscholvers. Bij het haventje werden een IJsduiker en 3 Parelduikers gevonden. Ook soorten als Alk, Roodkeelduiker, Kuifduiker en Grote Stern werden genoteerd. We zochten bij Goedereede nog tevergeefs naar een gemelde Grote Pieper alvorens we doorreden naar Dirksland voor de groep Flamingo's die hier vrijwel altijd in de winter te vinden zijn. Ook nu werden ze snel gevonden. De jaarlijst was inmiddels gegroeid naar 114 soorten.
3 januari wilden we opnieuw met een maandsoort beginnen. In Noord-Holland nabij Den Oever zat natuurlijk nog de Zwarte Wouw. De vogel was al bijna 2 weken niet meer gemeld maar we wilden toch een poging gaan wagen. Als hij er nog zit dan heb ik hem in alle maanden rond. We begonnen bij Medemblik met een Grote Burgemeester en een Kwak. We reden snel door en onderweg bij de Dijkwielen stopten we voor een Topper. We zochten nabij Den Oever tevergeefs naar de Zwarte Wouw, zou hij toch het loodje gelegd hebben? In de "de Bak" bij Den Oever zaten gisteren 3 Velduilen maar ondanks een uur posten kregen wij ze niet te zien. Wel konden we hier een Blauwe Kiekendief en een Oeverpieper noteren. We reden verder naar Hippolytushoef waar we de Ransuil bijschreven op de jaarlijst. Julianadorp werd onze volgende bestemming. Hier zochten we ongeveer een uur naar een Kumliens Meeuw, een ondersoort van de Kleine Burgemeester. De vogel liet zich mooi bekijken en fotograferen toen we hem vonden. Volgende stop waren de Dwergganzen die zich in de polder nabij Camperduin ophouden. De vogels werden rond 13.00 uur vrij snel gevonden. Alle doelsoorten (op de Zwarte Wouw na) waren gezien. We keken naar gemelde soorten op het internet en besloten naar de Biesbosch te rijden voor een IJseend die nog telt voor de Brabant-lijst van Maartje. Helaas konden we deze niet gevonden krijgen. Met nog wat daglicht tegoed reden we naar Veghel waar we na wat zoeken een Bokje konden bijschrijven. De jaarlijst was gegroeid naar 128 soorten.
4 januari zouden we thuis blijven, zo was het plan tenminste. De melding van een Kortbekzeekoet bij het Veerse Meer deed ons anders besluiten. Om 6.00 uur in de ochtend reden naar de Veerse Dam waar de Kortbekzeekoet gisteren laat in de middag nog gezien was. Bij aankomst was het nog donker en er stond een koude noordoosten wind met af en toe een bui. In de schemer keek ik met de verrekijker over het water en was enigzins verbaasd toen ik de Kortbekzeekoet op korte afstand al zag zwemmen. We hadden de Kortbekzeekoet ooit eerder in 2012 maar het is een goede maand- en jaarsoort. 4 dagen vogelen en de jaarlijst staat nu op 129 soorten. We wachten af wat en nog meer gaat gebeuren deze maand.