Voor woensdag 5 mei stond een dagje Lauwersmeer op het programma. Mei is altijd een goede maand voor dit gebied. Voordat we richting het noorden zouden rijden proberen we eerst de Griel te scoren die gisteren vlak bij Gennep ontdekt is. Alwin komt hiervoor eerst naar het zuiden gereden. Voor mij is dit haast een thuis wedstrijd. Vroeg in de ochtend omstreeks 6.15 uur stond ik in het gebied te wachten op Alwin. Nachtegalen, Grasmussen, Braamsluipers en vele andere vogels vermaakten mij met hun zang dus het wachten was geen straf.
Alwin arriveerde om 6.30 uur en samen zetten we de zoektocht in. Ook andere vogelaars waren aan het zoeken naar de Griel. Na een half uur hielden we het eigenlijk wel voor gezien en besloten om nog even de Kraaijenbergse Plassen aan te doen voor de gisteren gemelde Witwangsternen. Geen Griel maar wel 2 nieuwe jaarsoorten: Gekraagde Roodstaart en een Spotvogel. De rit naar de Kraaijenbergse Plassen duurde niet lang maar ook hier hadden we geen geluk. Alleen een paar Visdiefjes maar geen spoor van Witwangsternen. We zochten niet lang en zaten al snel op de A73 richting het noorden. Net voorbij Zwolle stopten we om met 1 auto verder te gaan. Na een rit van ongeveer 2 uur kwamen we aan bij het Lauwersmeer. We wilden bij het YMCA gebouw beginnen maar deze weg was afgesloten. Dan maar eerst naar de Keeg, hier was gisteren een Amerikaanse Wintertaling gemeld. We begonnen bij de hut, op een paar Bosruiters en een Zeearend na was er niet veel te zien. Dan maar naar de noordkant. Een grote wolk Brandganzen kwam op de Keeg afgevlogen. Alwin ontdekte in de wolk een Ross' Gans. Iets verder liet een Bosruiter zich van korte afstand fotograferen. Ook de noordzijde leverde niet veel op, wel gewone Wintertalingen maar de Amerikaanse konden we niet gevonden krijgen. Volgende stop waren de buitendijkse gebieden bij Peassens. Ook hier was het erg rustig, we vervolgden onze weg richting Lauwershaven. Hier zaten honderden Steenlopers en enkele Tapuiten. De aanwezige Visdiefjes werden gecheckt voor een Noordse Stern maar ook deze liet verstek gaan.
We gingen op weg naar “Achter de Zwarten” voor de Wielewaal en andere zangvogels. De locatie kan ook erg goed zijn voor steltlopers. Tijdens de voettocht naar de kijkbult hoorden we een Koekoek en verscheidene Tuinfluiters. Vanaf de kijkbult ontdekte we een Roodhalsgans, deze hadden we gemist in de Bantpolder. Verder was het ook hier erg rustig en er waren opvallend weinig steltjes. Op de terug weg naar de auto hoorden we een Wielewaal roepen, voor beiden een nieuwe jaarsoort. We zetten koers naar de kijkhut bij het Jaap Deensgat. Na een korte wandeling zaten we in de hut. Maar ook hier hetzelfde verhaal, weinig steltjes en helemaal geen sternen. Enkele Zwarte Ruiters waren goed voor de daglijst. We bleven dus niet lang en waren al snel op weg naar camping de Pomp. We konden hier deze ochtend niet komen omdat de weg afgesloten was maar we kwamen nu van de noordkant. Ook hier bleek de weg afgesloten te zijn maar bestemming verkeer was toegestaan. Wij vonden dat we hier toe behoorden en reden langs de versperring. Bij het YMCA gebouw bleek er nogal wat veranderd te zijn. Een stuk begroeiing was gekapt en er werd nu gebouwd. Eeuwig zonde van dit stukje en we zagen hier niet veel. We reden naar het Zomerhuisbos en maakten hier een wandeling. Een zingende Bonte Vliegenvanger werd gehoord en ook dit was voor beiden een nieuwe jaarsoort. Een Appelvink werd opgemerkt dankzij zijn roep en de vogel kon leuk bekeken worden en er werden een paar foto’s gemaakt. Een wandeling bij Vogelroute de Pomp was de volgende bestemming. Een Blauwborst hield ons hier enige tijd bezig. De vogel liet zich mooi op de foto zetten. Verder hier nog een Sprinkhaanzanger en veel Kneuen. Laatste stop voor vandaag is nog een bezoek aan de Keeg. De zon staat nu in de rug dus het zicht is beter. We beginnen wederom bij de hut. Er zat niet veel meer dan in de ochtend. De Ross' Gans zat nu op de velden achter de Keeg. Aan de noordkant zaten nu wel veel meer Wintertalingen, de Amerikaanse konden we ook nu niet gevonden krijgen. Ook zaten er meer Zomertalingen. Een Temminck Strandloper werd ontdekt, opnieuw een nieuwe jaarsoort voor beiden. Het werd tijd om naar huis te gaan. In de auto werd de daglijst opgeteld. In totaal hebben we vandaag 106 soorten kunnen noteren, zeker geen verkeerd aantal!