Doel van de dag was eigenlijk een Balkanbaardgrasmus die gisteren gemeld werd op Vlieland. Hoe anders zou de dag gaan verlopen.
Zoals gezegd werd er op Vlieland een Balkanbaardgrasmus ontdekt die we best op de jaarlijst wilden hebben. Alwin en Donny hadden ook zin en we spraken af op een carpoolplek nabij Breukelen. We wilden rond 7 uur in Harlingen zijn zodat we de boot van 9 uur naar Vlieland konden nemen. Met als voorwaarde dat de Balkanbaardgrasmus eerst zou moeten worden gezien. Mocht hij niet voor 9 uur gezien zijn maar later dan was een latere boot nog een optie.
Onderweg naar Harlingen hadden we flink wat regen en bij aankomst in haven zochten we naar een Topper die hier al een tijdje rondhangt. Het was echt koud en er stond een stevige wind. De Topper werd niet gevonden en we gingen het havengebied verkennen. Dit leverde naast een paar Zwarte Roodstaarten niets op. Langzaam werd het 9 uur en er kwam geen melding van de Balkanbaardgrasmus. We besloten naar het Lauwersmeer te rijden en zelf op zoek te gaan naar soorten.
Bij het Lauwersmeer vlogen veel zwaluwen en dat was een mooi moment om mijn splinternieuwe 100-500mm lens uit te proberen. Deze lichtgewicht combinatie voldeed prima om de kleine acrobatische zwaluwen vast te leggen. Ook Gierzwaluwen werden relatief eenvoudig gefotografeerd. Verder zaten er niet veel vogels en we reden nu naar de Bochtjesplaat.
Ik ging hier verder met het fotograferen van de aanwezige zwaluwen en Alwin, Donny en Maartje zochten de plaat af. Ook hier niet veel bijzonders. We zouden verder rijden naar de Eemshaven toen er een melding kwam van een Withalsvliegenvanger helemaal in het uiterste puntje van Limburg. Er werd eigenlijk niet eens lang getwijfeld en we besloten de Withalsvliegenvanger te gaan proberen.
We reden terug naar Breukelen waar we met 2 auto’s verder reden. Rond 15.30 uur kwamen we aan in de Eyserbosschen nabij Eys. Van de Withalsvliegenvanger was sinds 13.00 uur niets meer vernomen. Er stonden nog een paar vogelaars op de plek maar ook die vertrokken al snel.
We waren ervan overtuigd dat de vogel er nog moest zitten en we besloten te wachten. Het was Alwin die de Withalsvliegenvanger rond 18.00 uur terugvond. Een paarhonderd meter verder hoorde hij de vogel zingen. De vogel verplaatste zich naar de oorspronkelijke vindplaats en liet zich veelvuldig horen en af en toe zien.
Via de meldsystemen werd de vogel doorgegeven en het duurde niet lang voordat er meerdere vogelaars arriveerden. Blij met de waarneming reden Maartje en ik terug naar Uden. Alwin en Donny bleven nog in Limburg om te zoeken naar Eikelmuizen. Met de Withalsvliegenvanger is onze jaarlijst gestegen naar 297 soorten.
We moeten nog een paar jaarsoorten die we in Limburg kunnen vinden. We spreken af met Alwin en Donny om een dagje in Limburg rond te struinen.
Om 6 uur in de ochtend worden we opgehaald in Uden en rijden naar Kerkrade voor een wandeling langs de beek de Worm. Doelsoort hier is de Waterspreeuw. Rond 7.15 uur komen we aan en wandelen het Wormdal in. Het is een paar jaar geleden dat ik hier geweest ben en ik zie dat de wateroverlast van 2 jaar geleden ook hier zijn tol geëist heeft. Sommige oevers zijn weggeslagen en er liggen veel bomen om. Bij sommige bomen zijn ook beversporen te zien. We wandelen rustig in zuidelijke richting langs de beek en zien een Bever. Verscheidene Grote Gele Kwikstaarten vliegen langs de oever en een IJsvogel wordt gezien. Helaas ondanks flink zoeken geen Waterspreeuw.
We besluiten verder te gaan en rijden naar het Geuldal. Hier hebben we in het verleden vaker Waterspreeuwen gezien. We parkeren de auto en lopen naar de Geul. Ook hier weer veel veranderingen maar nu in de vorm van veel prikkeldraad om de oevers af te schermen. We wandelen de Geul af tot de grens van België. Hier zien we 2 Zwarte Ooievaars overvliegen die nog voor de jaarlijst tellen. Helaas geen spoor van Waterspreeuwen. We lopen hetzelfde pad terug en zien een Boomvalk die net een Huismus geslagen heeft. De Boomvalk zit in een boom zijn prooi te plukken. Ook op de terugweg worden geen Waterspreeuwen gezien.
We rijden nu door naar het Vijlenerbos voor een Kortsnavelboomkruiper die we ook snel vinden. We vermaken ons met een luid zingende Vuurgoudhaan die zich leuk laat fotograferen. We zoeken nog naar een Waterspreeuw op een paar andere plekken maar zonder succes.
Het is tijd om naar Koningsbosch te gaan voor de Bijeneter. Ook hier weer veranderingen. De plek van vorig jaar is afgegraven. We begeven ons naar de oude plek van voorgaande jaren en vinden hier 2 Bijeneters. Eén van de Bijeneters wordt samen met een mannetje Grauwe Klauwier op een tak van een berk gezien. Iets wat ik in Nederland nog niet eerder zag. Een overvliegende Wespendief telde nog voor de jaarlijst van Alwin en Donny.
Het was nu rond 14.30 uur en Alwin en Donny stelden voor om een Venwitsnuitlibel te gaan proberen. Voor hen nog een nieuwe soort. Ik ga meestal niet achter libellen of vlinders aan maar ik vond het een prima idee. Na een rit van 50 km kwamen we aan bij de Deurnse Peel. De Venwitsnuitlibel werd eigenlijk vrijwel direct gevonden. 2 aanwezige Duitsers die ook op libellenjacht waren wezen ons op de aanwezigheid van de Maanwaterjuffer. Een nieuwe soort voor Alwin, Donny en Maartje (en uiteraard voor mij). Zij konden hun geluk niet op. Onderwijl maakte ik flink wat foto’s van de libellen. We zagen de volgende soorten; Viervlek, Weidebeekjuffer, Azuurwaterjuffer, Variabele Waterjuffer, Vuurjuffer, Maanwaterjuffer, Watersnuffel, Gewone Oeverlibel en Venwitsnuitlibel.
Het werd uiteindelijk een geslaagde dag met voor Maartje en mij 3 nieuwe jaarsoorten. De jaarlijst staat nu op 295 soorten. De dag werd traditioneel afgesloten met een biefstuk bij Marc’s BBQ in Uden.
Op de avond na de begrafenis van mijn oom in Friesland krijgen we de melding van een Scharrelaar die nabij Dordrecht gezien was. De Scharrelaar is nog nieuw voor onze lijst en vooral ik heb deze soort iedere keer weten te dippen.
We verblijven die nacht in Friesland bij mijn tante en zien de volgende dag wel wat het word. Net zoals 19 mei 2018 met de Top of Holland toen er een Scharrelaar gemeld werd bij Oostellingwerf (Friesland) en we uitgeput bij mijn tante s ’avonds op de bank zaten. We doen hem morgen wel zo zeiden we.
Alle andere mogelijke Scharrelaars in het verleden hadden wel iets waardoor ik deze soort nog niet op mijn lijst had. De Scharrelaar van 10 juli 2011 bijvoorbeeld. Ik was in Groningen voor een Kuifkoekoek terwijl er een Scharrelaar en een Kleinst Strandloper gemeld werden. Ik koos voor de Kleinst Strandloper helemaal in de Sophiapolder in Zeeuws Vlaanderen. Deze vogel bleek echter een Temmincks Strandloper te zijn. Doordat het al redelijk laat in de avond was en ik al genoeg kilometers gereden had besloot ik de Scharrelaar maar de volgende dag te gaan doen. De Scharrelaar die op 25 september 2018 op Texel zat mistte ik op 15 minuten. Op 14 juni 2015 zat er een Scharrelaar bij Zandvoort. Ik hoefde nooit in de weekenden te werken maar natuurlijk hadden we dat weekend een enorme storing. En ga zo maar door…
De volgende ochtend worden we wakker in Friesland door de melding dat de Scharrelaar nog aanwezig was nabij Dordrecht. Er werd niet geaarzeld en we namen afscheid van mijn tante en begonnen aan de rit van 224 km. Tijdens de rit werd de vogel niet teruggevonden en bij aankomst leek het wel of hij verdwenen was. Wij zouden in ieder geval de hele dag blijven zoeken zo was het plan. Na een uur ofzo werd de vogel gemeld niet ver van de plek waar hij deze ochtend gezien was. We reden snel naar de locatie maar de Scharrelaar bleek alweer te zijn verdwenen. We begaven ons naar de plek waar hij voor het laatst gezien werd. Tijdens het wachten werd de vogel plots een paar kilometer verder weer gezien. We waren ver van de auto en een lift van Pieter Doorn was erg welkom.
Snel werd gereden naar de plek van de melding en hier zagen we de Scharrelaar vliegend boven een schuur om vrijwel direct weer uit beeld te verdwijnen. Dat kon de pret niet drukken en het lukte me zelfs om een paar plaatjes te schieten.
Met de Scharrelaar eindelijk in de pocket is mijn NL-lijst gegroeid naar 471 soorten! De NL-lijst van Maartje staat nu op 464 soorten.