Hun meest ongebruikelijke eigenschap voor vogels die als steltlopers worden geclassificeerd, is dat ze meestal op hun insectenprooi op de vleugel jagen als Zwaluwen, hoewel ze zich ook op de grond kunnen voeden. Hun korte snavels zijn een aanpassing aan voedsel vangen in de vlucht. Hun vlucht is snel en gracieus als een Zwaluw of een Stern, met vele wendingen om hun prooi te achtervolgen. Ze zijn het meest actief bij zonsopgang en zonsondergang en rusten op het warmste deel van de dag. Net als de Coursers worden de Vorkstaartplevieren gevonden in warmere delen van de Oude Wereld, van Zuid-Europa en Afrika oost via Aziƫ tot Australiƫ. Soorten die in gematigde streken broeden, zijn migranten over lange afstanden. IOC herkent 17 soorten in 4 geslachten.