Wederom een nieuwe maand en met Pieter & Maartje, Alwin en Joep werd een dagje maandlijsten afgesproken. Een lijstje met doelsoorten werd opgesteld: Bronskopeend, Oeverpieper, Grote Burgemeester, Alk, Jan-van-Gent, Drieteenmeeuw, Kuifaalscholver, IJseend, Kleine Rietgans en Bonte Kraai. Een route langs de kust, beginnend in IJmuiden, kon de meeste soorten opleveren. Om 6.30 uur werd afgesproken op een parkeerplaats bij Huizen.
Met een lang weekend voor de boeg en redelijke voorspellingen wat wind betreft zal ik het grootste gedeelte van het paasweekend doorbrengen op de Kamperhoek. Zaterdag ochtend sta ik om 5.45 uur op de carpoolplek in Huizen waar ik Pieter & Maartje oppik. Een half uur later stappen we uit bij de telpost waar Ico reeds de eerste vogels genoteerd heeft. De wind staat pal noord en het voelt erg koud aan. De auto wordt zo neergezet dat we met open klep erachter kunnen schuilen. De telescopen worden opgesteld en het tellen kan beginnen.
Zaterdag ochtend arriveer ik om 6.45 uur op de Kamperhoek. Ico is al aanwezig en hij staat met open kofferbak klep te tellen. Dit biedt echter weinig bescherming voor de stevige wind die pal zuid staat. Ik trek mijn winterjas aan en dat is zeker geen overbodige luxe. Het voelt koud aan en het is volledig bewolkt. Het is in ieder geval wel droog en het zicht is goed. Er vliegen al redelijk wat aantallen vogels en vooral de aantallen Houtduiven vallen op.
Een nieuwe maand en er moeten nog een paar maandsoorten gedaan worden. Dit wordt natuurlijk altijd gecombineerd met een leuke dagtrip. Samen met Pieter werden de soorten gekozen en daarom heen een mooie route. Doelsoorten werden als volgt uitgekozen: Witoogeend, Grote Burgemeester, Huiskraai, Zeekoet, Brilzee-eend en Amerikaanse Smient. Om 7 uur in de ochtend troffen we elkaar op een carpool plek bij De Meern en reden naar Alphen aan den Rijn voor de eerste soort, de Witoogeend.
Tijdens een etentje met Pieter en Maartje bij Marc’s BBQ op vrijdag avond werden de opties voor zaterdag besproken. Omdat het rustig is in Nederland voor wat betreft vogels werd gekozen voor een dagje naar het oosten van het land. Als eerste zouden we naar Losser rijden om te kijken of we de aanwezige Roerdomp voor de lens konden krijgen. Ik had de Oehoe van Winterswijk nog nooit gezien en deze konden we mooi combineren.
2 weken geleden ging de tocht niet door en ook voor zondag, de vervangende datum, zagen de voorspellingen er niet goed uit. Ik was dan ook verbaasd toen ik zaterdag middag een mail ontving dat de tocht door zou gaan. Om half negen in de ochtend vertrok de boot vanuit IJmuiden. Mijn wekker werd op 6.30 uur gezet want ik wilde op tijd wegrijden omdat er eventueel sneeuw voorspeld was. De rit ging goed tot Amsterdam, hier had het kennelijk net nog gesneeuwd en de A9 lag redelijk vol met sneeuw. 2 auto’s stonden tegen de vangrail en voorzichtig zette ik de rit voort.
Vrijdag werd een Brilzee-eend gevonden in de provincie Zuid-Holland vlakbij de Brouwersdam. Een mooie soort om de volgende dag te bezoeken. Het betrof een vrouwtje en tot nu toe had ik alleen mannelijke vogels gezien. Pieter en Maartje waren al geweest op vrijdag maar wilden nog wel een keer mee. Zaterdag ochtend troffen we elkaar op een parkeerplaats in het plaatsje Made.
Bij Geestmerambacht in de buurt van Alkmaar werd nog steeds de Bruine Boszanger gezien, deze telt weer voor de jaarlijst en ik had hem ook nog nodig voor de maandlijst. Op internet werd er verder gezocht om dit te combineren met een route door Noord-Holland. Samen met Pieter werd een tocht uitgestippeld en we spraken af elkaar om 7.45 uur te ontmoeten bij een parkeerplaats in Amsterdam. Op tijd arriveerde ik de volgende ochtend op de afgesproken plek en in het donker reden we richting Geestmerambacht.